Met satellieten obesitas te lijf
Ruimtelijke technologie is goed te gebruiken bij onderzoek naar obesitas. Tot die verrassende conclusie komt een onderzoeker van de Unversiteit Twente.
Door satellietdata, geoinformatiesystemen en gps te combineren, is het mogelijk om buurten aan te wijzen waar de bewoners een verhoogd risico hebben op obesitas, stelt onderzoeker Peng Jia van de faculteit Geo-informatie Wetenschappen en Aardobservatie. Hij publiceerde zijn bevindingen onlangs in het blad Trends in Endocrinology and Metabolism. Tot nu toe worden ruimtelijke data maar mondjesmaat gebruikt voor obesitasonderzoek, maar juist door ze te combineren is grote winst te boeken, aldus Peng Jia.
Gezondere leefstijl
Het aantal mensen met ernstig overgewicht (een Body Mass Index van 30 of meer), is sinds 1975 bijna verdrievoudigd. Waar obesitas aanvankelijk vooral een welvaartsaandoening was, lijden nu ook steeds meer mensen in armere landen eraan, als onvermoed gevolg van verstedelijking. De ziekte leidt tot tal van andere gezondheidsklachten, zoals hartproblemen, diabetes, osteoartritis en sommige vormen van kanker.
De overheid strijdt al jaren voor een gezondere leefstijl. Onderzoek naar obesitas zelf wordt nu meestal met een vragenlijst uitgevoerd, eventueel gecombineerd met een activity tracker. De invloed van onze omgeving op de kans op obesitas blijft daarbij meestal onderbelicht. Nodigt de buurt uit om te gaan sporten of de fiets te nemen? Is gezonde voeding eenvoudig te krijgen of worden vooral vette snacks aangeboden?
Satellietdata
Via remote sensing en geo-informatiesystemen zijn zulke data eenvoudig inzichtelijk te maken. Dan zie je in een oogopslag waar de winkels zijn, de snackbars en de parken. 'Met satellietdata kun je soms wel per week zien of het straatbeeld verandert en of er wellicht paden of straten bij zijn gekomen', zegt Peng Jia. Combineer je de data met gps-tracking van individuen, dan kun je exact volgen of de route naar de ongezonde snack inderdaad eenvoudiger is dan die naar eventueel beschikbare gezondere voedingsopties.
Door geo-data over meerdere jaren te bestuderen en te combineren met data over de volksgezondheid, ontstaat een duidelijk beeld van de effecten van ruimtelijke ingrepen op obesitas, stelt Peng Jia. 'Hoe meer wegen een buurt uit leiden, hoe eerder bewoners geneigd zijn erop uit te trekken. Dat helpt bij de preventie van obesitas.'
Veranderend straatbeeld
Peng Jia, leider van het internationale onderzoeksnetwerk International Initiative on Spatial Lifecourse Epidemiology, is afgestudeerd in zowel geo-informatie als in volksgezondheid. 'Ook voor het onderzoek naar andere chronische aandoeningen kunnen geodata waardevol zijn', zegt hij.
De methode zou vooral de Chinese overheid goed kunnen helpen bij het onderzoek aan obesitas. 'Daar verandert het straatbeeld voortdurend. Steeds weer worden nieuwe wegen aangelegd.'
Obesitasonderzoek staat er bovendien nog in de kinderschoenen. 'De meeste research komt uit de Verenigde Staten. In China is tot nu toe nauwelijks obesogeen omgevingsonderzoek gedaan. Kennelijk heeft men daar andere prioriteiten.'
Openingsbeeld: Depositphotos.com