De beste plek voor een nieuw ruimtestation is op de zuidpool van de maan, zegt de Duitse ruimtevaartdeskundige Hansjörg Dittus. ‘Wie op Mars wil landen komt kotsmisselijk aan, en er is dan niemand om je op te vangen.’

Het internationale ruimtestation ISS nadert in 2024 zijn levenseinde, dus er wordt nu al nagedacht over de vraag, wat daarna? Een nieuw soortgelijk ruimtestation komt er zeker niet, is de overtuiging van Hansjorg Dittus, ruimtevaartdeskundige van het Duitse gerenommeerde lucht- en ruimtevaartlaboratorium DLR. ‘Te duur, en het wetenschappelijk onderzoek zonder zwaartekracht is niet belangrijk genoeg.’

Het doel dat hij voor ogen heeft is wel een ruimtestation, maar dan op de zuidpool van de maan. ‘Het hemellichaam is nog nauwelijks onderzocht, zelfs minder dan Mars. Hoe ziet bijvoorbeeld de  achterkant eruit die wij nooit te zien krijgen? Daarom is de zuidpool een aantrekkelijke gebied.’

‘De maan heeft verder als voordeel dat we het effect van ruimtestraling op de mens kunnen bestuderen. Het ISS geniet nog altijd de bescherming van het magnetisch veld om de aarde, ook al is de straling daar al tien keer meer dan op aarde zelf. In de vrije ruimte is het risico voor de astronauten zeer groot, zelfs het goed kunnen meten van die straling is al een uitdaging.’

‘En we moeten life support-systemen ontwikkelen. Zo wordt in 2017 voor het eerst een satelliet gelanceerd die tomaten gaat kweken. Indertijd leden de zeelui die de wereld verkenden veel honger. Dat kunnen we ons bij langdurige ruimtemissies niet veroorloven.’

De NASA mikt vooralsnog vooral op een missie naar Mars. Dittus adviseert de Amerikanen om vooralsnog niet te mikken op een mens op de Rode Planeet; er omheen cirkelen is al een prestatie op zich. ‘De astronauten zullen voor het eerst ervaren wat het betekent om twee tot drie jaar ver van de aarde te leven. Met het Mars 500-project, waarbij gedurende vijfhonderd dagen een Marsmissie op aarde werd nagebootst, hebben we gemerkt dat mensen apathisch worden. Stel je het eens voor: de astronauten zien de aarde alleen nog als een verlicht puntje, zo groot als wij op aarde sterren zien. Ze bevinden zich in het niets. Wellicht voelen ze zich avonturier, maar als er een probleem ontstaat en de astronaut meldt dat bij het commandocentrum op aarde, dan krijgt hij pas een uur later antwoord. Reken maar, dat is dan een heel lang durend uur.’

Het menselijk lichaam blijft ook niet onberoerd bij zo’n lange missie. ‘Veel astronauten van het ISS zien er niet goed uit wanneer ze op aarde landen. Dat heeft te maken met de verandering van de zwaartekracht.  Je mag dus verwachten dat de astronauten tijdens een landing op Mars kotsmisselijk worden. Er is dan echter geen arts en geen hulpteam beschikbaar, terwijl de astronauten ook nog eens complexe manoeuvres moeten uitvoeren. Het naar een baan om Mars reizen en weer terug, zonder op de planeet te landen, zou al een grootse prestatie zijn.’(Iestyn Hartbrich)

Dit is een verkorte weergave van het interview met Hansjörg Dittus in tijdschrift De Ingenieur