Een robot-cheeta, gebouwd door het Massachusetts Institute of Technology, kan dankzij een lidar-systeem zonder hulp over kleine obstakels springen. Het is de volgende stap in steeds mobieler wordende vierpotige robots.

De Cheetah komt van het Biomimetics-lab van MIT; daar proberen ze robots te bouwen aan de hand van de natuur. Een eerdere versie van de cheetabot uit dit laboratorium wist al met 22 kilometer per uur over een loopband te rennen, waarbij de beweging overging van wandelen naar de karakteristieke sprint van een jachtluipaard.

De nieuwe springende robot is minder snel (met een gemiddelde snelheid van 8 kilometer per uur) en loopt minder natuurlijk. Dat is echter nodig om tijdig te kunnen springen als de robot een obstakel tegenkomt. Met een lidar-systeem, dat lasers gebruikt om obstakels te zien, weet de cheeta hoe lang hij nog heeft voordat de sprong ingezet moet worden. Daarop passen de algoritmes de stapgrootte en snelheid aan, om vervolgens vlak voor de sprong te berekenen hoe hard de poten moeten afzetten voor de sprong.

Het stelt de robot in staat om razendsnel te reageren; bij een proef met een renband wordt een obstakel een meter voor de cheeta gezet, en weet de robot de horde in 70 procent van de gevallen zonder moeite te ontwijken. Bij tests op een renbaan, waar het lidar-systeem langer de tijd heeft om objecten te scannen, haalde de robot zelfs 90 procent van de sprongen. De hoogste horde was 50 centimeter, de helft van de robothoogte.

De springende cheeta zal eind deze week op de DARPA Robotics Challenge haart kunsten vertonen. Naast het laatste nieuws op robotgebied nemen 20 humanoïde robots het daar tegen elkaar op in verschillende uitdagingen. 

Image credit: MIT Biomemetic Robotics Lab