In Katwijk heeft Lightyear vanochtend vroeg — rond zonsopkomst — zijn Lightyear One gepresenteerd, de eerste elektrische auto die een deel van zijn stroom zelf opwekt. De wagen heeft 5 m2 aan zonnepanelen verwerkt in dak en motorkap en gaat extreem efficiënt om met de zelf opgewekte stroom. Duur is hij wel, prijzen vanaf 119.000 euro.

Nederland heeft er een autobouwer bij. Deze wat droge constatering is eigenlijk erg bijzonder. Zoveel fabrikanten van auto’s hebben we in Nederland niet gehad.

Lightyear had ons vorig jaar al lekker gemaakt met plaatjes van een concept car, het onderstel van de auto, en met advertenties waarin het Lexus plaagde met zijn hybrides. Maar nu kunnen we voor het eerst in detail zien met welke auto Lightyear vanaf volgend jaar de concurrentie aangaat met andere elektrische wagens.
 

Druppelvorm

Op het eerste gezicht is de Lightyear One een vrij gewone, luxe middenklasser, van net iets meer dan 5 meter lang. De voorkant doet wat denken aan de Hyundai Ioniq, de kont heeft iets klassieks Citroën-achtigs.

Wat in ieder geval direct opvalt is de erg gestroomlijnde druppelvorm. Het is één van de manieren waarop het bedrijf de auto zo efficiënt mogelijk heeft gemaakt. Door deze vorm — en door slimmigheden als camera’s in plaats van buitenspiegels — is de luchtweerstand minimaal en hoeven de elektromotoren iets minder hard te werken.
 


Vier elektromotoren

‘MotorEN’ inderdaad, meervoud. De nieuwe auto heeft vier elektromotoren aan boord, voor elk wiel een. Volgens Lightyear is dat de meest efficiënte manier om een auto aan te drijven. Voeg daar ook nog eens het gebruik van lichte materialen bij en dit zorgt voor een bereik van 725 kilometer op een volle batterij, zegt Lightyear. 

Dat is een indrukwekkend getal, maar het wachten is op de eerste openbare tests met de auto. Vaak ligt het bereik in de praktijk lager dan in de cijfers van de fabrikanten.
 

Zonnecellen

Bijzonder is hoe dan ook dat de Lightyear One kan bijladen zonder daarvoor aan de stekker te hoeven. Op het dak en de motorkap van de wagen zit in totaal 5 m2 aan zonnecellen. Bij de eerder onthulde concept car was alleen het dak bedekt.

De zonnecellen kunnen samen maximaal 1250 watt leveren, op zonnige dagen.Per jaar zou dat in Nederland zo'n 700 kilowattuur kunnen opleveren, schat Lightyear in. In de zomer zouden de zonnecellen het bereik dagelijks met 50 tot 70 kilometer kunnen verlengen, volgens de bouwers.

Maar erg snel gaat dat laden op de zon niet. Het bedrijf geeft zelf in de specificaties op dat je met volle zonneschijn er 12 kilometer bereik per uur bij krijgt. Vergelijk dit even met de 35 kilometer die de accu er per uur bij krijgt bij laden aan je stopcontact, of met de 209 kilometer per uur aan de laadpaal (van 22 kilowatt) en de 507 kilometer aan de snellader (60 kilowatt). Wie helemaal zelfvoorzienend wil rijden, moet dus veel geduld hebben. En 's nachts moet de wagen hoe dan ook aan de stekker.
 

Prijs

De Lightyear One die vanochtend werd onthuld, is te koop, met een vanafprijs van 119.000 euro; niet voor de kleine beurs dus. Toch schreven al een kleine honderd mensen zich in voor de wagen. Leasen kan ook, voor de prijs van 1897 euro per maand, ook dat is even slikken. Er wordt nu nog volop gewerkt aan de auto en hij zal vanaf 2021 beschikbaar komen.

Lightyear zelf is zich bewust van de hoge prijs, maar verwacht dat met grotere aantallen de kosten omlaag zullen gaan. Tegen het einde van 2021 moeten in Helmond vijftienhonderd auto’s per jaar gemaakt kunnen worden.


Beeldmateriaal Lightyear