De droom van sciencefictionschrijvers en superrijke autobouwers: Mars leefbaar maken door er een atmosfeer te creeeren. Maar zo makkelijk is dat niet, laat een nieuwe video van de Amerikaanse publieke omroep zien.

Mars heeft geen atmosfeer, maar wel een hoop ijs dat vol zit met CO2. Dat CO2 is nodig om een atmosfeer te maken. Dus het idee is simpel: gooi een paar atoombommen op de polen om het ijs te laten smelten. CO2 vormt een atmosfeer, warmt de planeet op, er smelt nog meer ijs en zo ontstaat vanzelf een atmosfeer. 

 

Te weinig CO2 in ijs op Mars

Maar Matt O'Dowd van het Youtube-kanaal PBS Space Time doet in deze video haarfijn uit de doeken waarom het niet werkt. Er is simpelweg veel te weinig ijs-CO2. Zelfs als al het ijs zou verdampen, heb je nog maar een honderdste van de benodigde hoeveelheid CO2. En met atoombommen de poolkappen bombarderen, zoals ondernemer Elon Musk regelmatig oppert, is helemaal futiel; veel van het ijs zit te diep om met alleen bommen te bereiken.

O'Dowd geeft echter niet makkelijk op. Hij kijkt naar andere oplossingen. Zo kun je diep in de bodem van Mars graven om daar CO2-houdend gesteente te oogsten. Daarvoor zijn onthutsende hoeveelheden steen én energie nodig: meer dan tien miljoen fusiereactoren met elk een gigawatt vermogen. Los van het feit dat fusiereactoren (nog) niet bestaan, is dat een operatie die tientallen jaren, zo niet eeuwen in beslag neemt.


Zonnewind blaast atmosfeer weg

Maar het probleem zit dieper. Mars heeft geen atmosfeer omdat het geen magneetveld meer heeft. De kern van de planeet is al miljarden jaren niet meer vloeibaar. Daardoor valt ook het magneetveld, zoals de aarde dat heeft, weg. En juist het magneetveld bied bescherming tegen zonnewind, de constante deeltjesstroom die met grote snelheid door ons zonnestelsel raast. Zonnewind heeft vermoedelijk de atmosfeer weggeblazen in de afgelopen miljarden jaren. Maar als je een nieuwe atmosfeer maakt op Mars, zou die weer worden weggeblazen.

De lastige zonnewind kunnen we voorkomen met een satelliet tussen de zon en Mars, die een eigen magneetveld creeërt. 'Een soort gigantische zonneparaplu', noemt O'Dowd het. Natuurlijk zou zo'n satelliet onthutsend veel stroom vreten, maar we gaan maar even uit van een toekomst waarin dit allemaal mogelijk is.


Bombarderen met meteoren

Zelfs als dit alles lukt is een goede atmosfeer maken ingewikkeld. Een omgeving met puur CO2 is voor dieren, mensen en de meeste planten onleefbaar; we hebben ook stikstof en zuurstof nodig. Voor de stikstof kijkt O'Dowd naar meteorieten; de Rosetta-missie toonde aan dat ruimtesteen ongeveer 5 % stikstof bevat. Je moet Mars bombarderen met 10.000 meteoren om genoeg stikstof op de planeet te krijgen.

De komeet waarop de Rosetta-sonde landde. Hier ontdekte het Europese ruimteagentschap ESA dat kometen stikstof bevatten. Beeld: ESA/Rosetta/NAVCAM

De conclusie van O'Dowd: al met al lijkt het 'terraformen' van Mars te complex. De benodigde techniek voor al deze gigantische plannen is er voorlopig niet, en zelfs als die er wel zou zijn, dan zou het zo veel geld en energie kosten dat het de moeite vermoedelijk niet waard is. Maar O'Dowd eindigt toch hoopvol. We hoeven Mars immers niet helemaal te hervormen. In plaats daarvan kunnen we koepels plaatsen, met ronddraaiende steden (om de aardse zwaartekracht na te bootsen) en een 'mini-atmosfeer' in de koepels. Dat is een haalbaarder, hoewel nog steeds erg futuristisch idee.