Amerikaanse onderzoekers hebben een bluetooth-chip gemaakt die heel klein en heel zuinig is. Op een knoopbatterij houdt hij het 11 jaar vol. Handig voor allerlei apparaatjes in het Internet of Things.

Bluetooth is een draadloze verbinding tussen apparaten op korte afstand. Veel apparaten hebben een bluetooth-verbinding, maar de kleinste chips - bijvoorbeeld in 'slimme' gloeilampen - kunnen geen bluetooth hebben. Het kost te veel stroom en de chips zijn vaak te groot om in kleine dingen te passen.

 

Antenne en oscillator in één

Onderzoekers van de University of Michigan hebben daar nu een oplossing voor gevonden. Ze verkleinden de chip door twee belangrijke onderdelen - de oscillator en de antenne - samen te voegen één onderdeel. Daardoor was een derde stukje, de versterker, niet meer nodig. Daarnaast kozen de chipmakers voor een antenne die magnetische straling gebruikt in plaats van elektriciteit. Ook dat maakt het geheel compacter, terwijl de antenne van 1,4 cm lang nog beter werkt ook. Die 1,4 cm zijn overigens gebogen, zodat de antenne nog minder ruimte in neemt.

Het maakte de chip niet alleen kleiner, maar ook stukken zuiniger. De chip verbruikt slechts 0,6 milliwatt als hij bluetooth-signalen uitzendt. Die signalen zijn overigens speciaal: het gaat om zogenoemde Bluetooth Low Energy, een zuinige variant van het 'echte' Bluetooth. Het kan slechts kleine hoeveelheden data versturen, maar dat is vaak genoeg. Denk aan apparaten die je op je lichaam draagt, zoals hartslag- of glucosemonitors. Die hoeven alleen maar periodiek een getalletje te sturen naar je smartphone.

 

Batterijen vervangen

Met het lage verbruik houdt een knoopcelbatterij het elf jaar vol. Dat is nodig ook, want als het Internet of Things straks een feit is, zal iedereen honderden apparaten in huis hebben die allemaal met het internet verbonden willen zijn. Als je al die batterijen regelmatig moet vervangen kom je nooit meer aan iets anders toe. Met deze nieuwe chip kunnen apparaten zuinig en langdurig verbinden met andere, grotere apparaten, die de informatie vervolgens weer naar het web sturen.

Beeld: University of Michigan