Gemeenten en waterschappen kunnen een forse milieuwinst boeken als ze vaker gebruik maken van houten damwanden in plaats van staal of kunststof. Dat blijkt uit een levenscyclusanalyse van verschillende materialen door onderzoeksbureau EY, in opdracht van FSC Nederland (Forest Stewardship Council) en VVNH/Centrum Hout.


Damwanden worden gebruikt in een waterige omgeving, voor het beschermen van oevers tegen afkalving door het water. Traditioneel gebruiken bouwers graag houten damwanden, maar daar zit de laatste jaren de klad in. Damwanden van pvc zijn in opkomst en ook staal wordt steeds vaker toegepast. Staal gaat veel langer mee dan hardhout (100 om 30 jaar) en heeft weinig onderhoud nodig.


Duurzaam valt tegen

‘Dan klinkt het alsof je behoorlijk duurzaam bezig bent. Dat valt echter tegen, omdat het maken van staal veel energie kost. Dat maken wij inzichtelijk met dit onderzoek. Bouwers of opdrachtgevers mogen natuurlijk zelf de keuze maken, maar ze moeten daarbij wel over complete informatie beschikken’, zegt Mark Kemna van FSC Nederland. FSC zet zich in voor behoud en verantwoord bosbeheer wereldwijd.

In de studie worden verschillende soorten tropisch hardhout (van de verantwoorde FSC-variant) met elkaar vergeleken, evenals staal en twee soorten pvc (nieuw en gerecycled). Daarbij gingen de onderzoekers uit van een levensduur van de damwand van dertig jaar.


Milieukosten op een rij

De studie zet op een rij wat de milieukosten zijn van de verschillende materialen per vierkante meter damwand, de zogeheten milieukostenindicatoren (MKI’s, met de eenheid ‘€/m2’, gekozen om de verschillende vormen van milieu-impact bij elkaar te kunnen optellen). Dat gebeurt in de vorm van een levenscyclusanalyse:  de onderzoekers van EY hebben alle stappen in het ‘leven’ van de damwand meegenomen: de productie, het vervoer naar de bouwlocatie en het opruimen van de damwand na gebruik.

Bouwers of opdrachtgevers maken zelf de keuze voor een materiaal, maar moeten daarbij wel over complete informatie beschikken

In onderstaande grafiek zijn de resultaten te zien. Wat meteen opvalt, is de hoge piek van het materiaal staal: daarvoor is veruit de grootste hoeveelheid energie nodig; het leeuwendeel voor de productie ervan. Veel minder energie is nodig voor het produceren van damwanden van pvc, een kunststof. Nog lager ligt het energieverbruik van tropisch loofhout. Hout heeft als bijkomend voordeel dat het na gebruik wordt verbrand, wat weer energie oplevert.
 

Berekende milieukostenindicatoren van de verschillende materialen. Blauw = productie; rood = energie voor vervoer; groen = afval bij vervoer; paars = energie uit/voor verwerken na gebruik.


De studie gaat uit van een levensuur van dertig jaar voor alle materialen. Dat geeft voor staal een wat vertekend beeld, omdat dat in principe wel honderd jaar mee kan gaan. Maar zelfs als je die factor drie zou verwerken, heeft staal nog altijd een vele malen hogere milieu-impact dan hout.


Imago

Tropisch hardhout heeft nog altijd te kampen met een lastig imago, merkt Kemna. ‘Dat is een overblijfsel uit de jaren tachtig en negentig. Meer vraag naar hout dat komt uit duurzaam beheerde bossen zorgt ervoor dat steeds meer bossen worden gecertificeerd, en daarmee beschermd. Wij halen per keer maar weinig hout uit onze bossen, zodat die blijven bestaan en mensen en dieren er gewoon kunnen blijven wonen.’


Bekijk de studie op de website van FSC Nederland.

Foto’s GWW Houtimport