Hoofdlijnen Klimaatakkoord bekend
Bij de Sociaal Economische Raad in Den Haag zijn vanmiddag de hoofdlijnen bekendgemaakt van het Klimaatakkoord dat eind dit jaar helemaal af moet zijn. Voorzitter Ed Nijpels van het Klimaatberaad overhandigde het document aan minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat . Op enkele onderwerpen zijn al harde afspraken gemaakt, op de meeste thema’s moeten de plannen nog worden uitgewerkt, maar is de richting duidelijk.
Bij het tackelen van grote uitdagingen hanteert Nederland vaak het Poldermodel. Zo ook hier. Aan vijf zogeheten klimaattafels zitten overheden, bedrijven en belangengroeperingen gebroederlijk bij elkaar om te proberen samen tot afspraken te komen die zorgen voor minstens 49 % minder CO2-uitstoot in 2030. Optimisten hopen zelfs op 55 % reductie. Het achterliggende doel van dit alles is het voldoen aan het Klimaatakkoord van Parijs’: onder de 2 graden temperatuursverhoging blijven ten opzichte van 1990 en liefst nog binnen de 1,5 graad.
De vijf tafels zijn: Elektriciteit, Gebouwde omgeving, Industrie, Landbouw en landgebruik, en Mobiliteit. We noemen hier een paar van de opvallendste plannen. Daarbij hebben we niet de illusie compleet te zijn. Wie het complete overzicht van deze ‘tussenstand van het Klimaatakkoord’ (voluit ‘Voorstel voor hoofdlijnen van het Klimaatakkoord’) wil lezen, kan terecht op de speciale website die daarvoor is ingericht.
Elektriciteit
De opwekking van elektriciteit op duurzame wijze groeit stevig door, als het aan deze tafel ligt. Was dat in 2017 nog 17 TWh, in 2030 moet dat vervijfvoudigd zijn naar 84 TWh per jaar. Dat moet voor een flink deel (49 TWh) gaan komen van meer windparken op zee. Maar ook duurzame energie op land gaat groeien, naar 35 TWh. Regio’s krijgen daarbij een opdracht van de landelijke overheid en mogen zelf weten op welke manier ze die taakstelling gaan halen.
Gebouwde omgeving
Aan deze tafel ervoer tafelvoorzitter Diederik Samson veel bereidheid tot medewerking. De klus is weliswaar gigantisch – tot 2050 zo’n 7 miljoen huizen en 1 miljoen gebouwen isoleren en op andere manieren duurzamer maken – maar veel van de technologieën zijn bekend en de bedrijven staan klaar om aan de slag te gaan. Kanttekening daarbij is dat we hierbij tienduizenden geschoolde handjes tekort gaan komen. Het is dan ook zaak om snel meer vaklui te gaan opleiden.
Heet hangijzer bij het verduurzamen van woningen is de vraag of lagere inkomens niet onevenredig hard worden getroffen. Daarom stelt deze tafel een lastenverlichting voor huishoudens voor. Die is bijvoorbeeld uit te voeren door de belasting op gas te verhogen en die op stroom te verlagen. Daarmee is dit een prikkel om je huis te isoleren en een duurzame verwarming aan te laten leggen.
Verder valt op dat de sector graag veel meer gebouwen wil verwarmen met geothermie: dat moet groeien van 3 PJ nu naar 50 PJ in 2030 en zelfs 200 PJ in 2050.
Industrie
Deze tafel had de meeste moeite om tot gezamenlijke standpunten te komen. Dat is ook niet raar, vertelde voorzitter Nijpels, want de industrie heeft te maken met internationale concurrentie. Wanneer Nederlandse bedrijven voortvarender maatregelen nemen voor het klimaat dan hun concurrenten in het buitenland (en dat begint zich af te tekenen), dan kan dat hun concurrentiepositie in gevaar brengen. Vandaar ook dat bedrijven financiële steun vragen van de overheid bij het verduurzamen van hun processen.
Verder ligt bij grote industrieën de nadruk op het efficiënter maken van hun processen, op het beter benutten van reststromen en op elektrificatie. Om de klimaatdoelen te halen, is het onvermijdelijk dat tijdelijk een beroep wordt gedaan op CO2-opslag in de bodem. Onder zee, haastten betrokkenen zich te zeggen.
Landbouw en landgebruik
Je kunt koeien maar moeilijk elektrificeren, merkte tafelvoorzitter Pieter van Geel gekscherend op tijdens de persconferentie vanmiddag. De landbouw moet het dus van andere maatregelen hebben, zoals daar zijn: het terugbrengen van de uitstoot van methaan (een sterk broeikasgas) in de intensieve veehouderij, het vastleggen van meer organische stof in de bodem en het vastleggen van CO2 in de natuur, in bomen bijvoorbeeld.
De glastuinbouw denkt als in 2040 klimaatneutraal te kunnen opereren, onder meer dankzij het verwarmen van kassen met aardwarmte en het benutten van CO2-stromen van de industrie, om de gewassen beter mee te laten groeien.
Van de burger wordt ook wat gevraagd, namelijk een verandering in eetgedrag weg van dierlijke eiwitten en richting plantaardige eiwitten. Ten slotte moet de voedselverspilling in 2050 zijn gehalveerd.
Mobiliteit
Nederland doet het lang niet slecht op dit gebied, in vergelijking met andere landen. We hebben hier al relatief veel elektrische auto’s rondrijden. Maar richting 2050 is veel meer nodig dan een paar Tesla’s, Renault Zoe’s en Opel Ampera’s. Ook bussen en vrachtvervoer moeten elektrisch worden; de eerste verkennende projecten hebben we daarvan al gezien (lees: ‘Vloot van elektrische bussen rond Schiphol’ en ‘Elektrische truck uit Nederland’). Bij de aanschaf van materieel en voertuigen zullen overheden moeten gaan kiezen voor duurzame alternatieven.
Voor het zware wegvervoer, de scheepvaart en de luchtvaart ligt elektrificatie veel moeilijker en daar moeten biobrandstoffen helpen de CO2-uitstoot terug te dringen. Op de wat langere termijn, voorbij 2030, is er een duidelijke rol weggelegd voor waterstof als energiedrager voor elektrische voertuigen.
Los van de manier van aandrijving kan de logistiek van ons vervoer ook nog veel beter. Halflege dieselbusjes met pakketten die door de wijk denderen, dat schreeuwt om samenwerking in de keten en naar logistieke optimalisatie.
Doorrekenen
De volgende stap is dat de planbureaus (PBL en CPB) de voorgenomen plannen gaan doorrekenen op haalbaarheid. De resultaten daarvan gaan naar het kabinet en naar de Tweede Kamer. Bij hun instemming gaan de vijf tafels weer aan het werk om de plannen nog concreter te maken, zodat er aan het eind van 2018 het Klimaatakkoord ligt – een pakket van maatregelen en afspraken – waaraan alle partijen zich hebben gecommitteerd.
Openingsbeeld Voorzitter Ed Nijpels van het Klimaatberaad biedt samen met zijn vijf tafelvoorzitters het tussenrapport aan minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat aan.