Hoe ziet het elektriciteitsnet van de toekomst eruit? En hoe bepalen we de route daar naartoe? Duidelijk is dat het aanpoten wordt en dat de overheid de regie moet durven nemen. 

De sterke stijging van de  gas- en stroomprijzen hebben het de laatste tijd een beetje uit het nieuws gedrukt, maar Nederland heeft nog een acuut energieprobleem: het door de groei van zonne- en windenergie uit z’n voegen barstende elektriciteitssysteem.


Het net is overbelast

Het net is overbelast. In grote delen van het land kunnen nieuwe bedrijven­terreinen niet worden aangesloten om stroom af te ­nemen of krijgen nieuwe zonneparken geen aansluiting om te leveren.

Windparken moeten soms worden af­geschakeld. De netbeheerders doen hun best, maar de achterstanden zijn zo groot dat het nog zeker vijf tot tien jaar zal duren om ze weg te werken.


Barensweeën van de energietransitie

Zijn dit de barensweeën van de energietransitie? De huidige problemen komen door een ontwikkeling die nog maar net is begonnen: het Nederlandse energie­landschap gaat er binnen één generatie totaal anders uitzien.

Om te voorkomen dat de planeet meer dan 1,5 graad Celsius opwarmt, willen Nederland en de ­Europese Unie in 2050 netto geen broeikasgassen meer ­uitstoten. De fossiele bronnen waarop nu zo’n beetje alles is gebaseerd, moeten binnen die tijd compleet worden vervangen door duurzame alternatieven, wind- en zonne­stroom voorop. 

Volgens het rapport Het energiesysteem van de ­toekomst (2021) van de vier grote netbeheerders en Gasunie ­samen, zal het Nederlandse elektriciteitsnet daarvoor ruwweg moeten verdubbelen in capaciteit. Zo’n cijfer zegt natuurlijk niet alles. Wat gaat er veranderen en wat merken we daarvan in de manier waarop we energie ­opwekken en consumeren? 


2020-2030: Eerst meer van hetzelfde

Om bij het begin te beginnen: tot 2030, als de Nederlandse uitstoot van broeikasgassen volgens het regeerakkoord van het kabinet-Rutte IV met 60 procent moet zijn gedaald ten opzichte van het niveau van 1990, zullen we vooral de ontwikkelingen zien doorzetten die we al kennen. Aan de verbruikerskant komen er steeds meer elektrische auto’s en worden huizen verduurzaamd, met isolatie, elektrische warmtepompen en waarschijnlijk warmtenetten.

Ook datacentra gaan steeds meer elektriciteit vragen. De elektrificatie van de industrie heeft in 2030 een begin gemaakt: volgens het Klimaatakkoord van 2019 wordt de helft van de industriële warmte tot driehonderd graden Celsius dan elektrisch opgewekt. 

Aan de productiekant komen er logischerwijs steeds meer windturbines en zonnepanelen, waardoor in 2030 bijna alle stroom van zon en wind komt (tegen 33 procent in 2021). Dat komt mede door het besluit van Rutte- IV om voor 11,2 gigawatt aan extra windparken op zee te bouwen, boven op de 10,2 gigawatt die al was gepland. Maar stroom is maar één vorm van energie.

Over de hele linie wordt in 2030 ongeveer een derde van de energie duurzaam opgewekt (tegen 11,5 procent in 2020).

2025–2030: Opkomst van batterijsystemen

Er is ook iets dat de komende jaren nog bijna vanaf nul van de grond moet worden getild: energieopslag om de onregelmatigheden in de zonne- en windstroom te compenseren.

‘De gascentrales zijn in 2030 nog wel in staat het verschil tussen zomer en winter te overbruggen: je kunt ze eenvoudig harder of zachter zetten’, zegt Ben Voorhorst, energieadviseur en voormalig operationeel directeur van de landelijke netbeheerder TenneT. ‘Maar ik verwacht dat er de nodige batterijen zullen komen voor het verschil tussen dag en nacht en voor perioden van een paar dagen.’

De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), die netbeheerders, energieproducenten en alle andere soorten bedrijven verenigt die aan hernieuwbare energie werken, vindt daarom dat het tijd wordt om meters te maken.

‘Op dit moment is er nog helemaal geen beleid op het gebied van opslag, behalve innovatiesubsidies’, zegt voorzitter Olof van der Gaag. ‘We zijn nog niet per se te laat, maar rond 2025 moeten er op grote schaal batterijsystemen komen. Dat lukt alleen als de overheid binnen een jaar of anderhalf besluiten neemt over het wat en het hoe.’ 

 

VERDER LEZEN OVER HET ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST?

Dit is niet het hele artikel. Het hele verhaal is te lezen in het augustusnummer van De Ingenieur. Koop de digitale versie voor € 7,50, of neem - met een flinke korting van 25 % - een digitaal jaarabonnement van twaalf nummers voor € 69,-.


Tekst: Timo Können
​Foto: TenneT