Dankzij het vernuft van Antoni van Leeuwenhoek leerden we de microwereld kennen. Een nieuw boek laat zien hoe dat in z'n werk ging.

Driehonderd jaar geleden overleed Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723). De Delftse microbioloog eindigt steevast hoog in de lijstjes met ‘grootste Nederlandse wetenschappers’ en een grote overzichtstentoonstelling in Rijksmuseum Boerhaave, de hoeder van ons nationaal wetenschappelijk erfgoed, moet die positie schragen.

Bij de tentoonstelling verscheen Antoni. Van Leeuwenhoek en de microwereld. Door de lichtvoetige vormgeving, vol kleur en uiteraard schitterende (micro)beelden, is het boek een feest om door te bladeren. Het is dan ook bepaald geen standaard­tentoonstellingsboekje geworden. Waar een museale catalogus vaak de tentoongestelde objecten centraal stelt, daar staat deze uitgave eerder op zichzelf. 


Microwereld

Opmerkelijk genoeg ontbreekt een levensbeschrijving van Van Leeuwenhoek. Wie wil weten hoe zijn jeugd was, wat deze zoon van een mandenmaker ertoe bracht microscopen te ontwikkelen en in welke mate hem dat bij leven al roem en welvaart opleverde, kan beter de vorig jaar verschenen biografie Onzichtbaar leven lezen, van de hand van de voormalige directeur van Rijksmuseum Boerhaave Dirk van Delft.

Veel meer dan om Van Leeuwenhoek zelf draait het in Antoni om die microwereld – en om de manier waarop we daarnaar kijken. Wat was in de tijd van Van Leeuwen­hoek het belang van de microscopische blik? Hoe werden de observaties gedeeld, wie zagen ze? Wat zie je eigenlijk als je door een microscoop kijkt?


Historische context

De auteurs spannen zich in om steeds ook de (historische) context te schetsen. Conservator Tiemen Cocquyt laat mooi de voortdurende interactie zien tussen Van Leeuwenhoek en mede-microscopisten als Johannes Hudde, Robert Hooke, Nicolaas Hartsuiker en de familie Huygens.

Natuurlijk, Van Leeuwenhoek had weinig werk van betekenis kunnen nalaten zonder z’n ‘eigenzinnige microscoopjes’, schrijft Cocquyt. Maar voor de hoge vergrotingen die hij wist te bereiken waren ook bijzondere lenzen nodig, en een nieuwe manier om preparaten aan te lichten en vloeistoffen voor een lens te houden. Los van elkaar bestonden die technieken al, ‘maar de manier waarop Van Leeuwenhoek ze tot een waarnemingssysteem samensmeedde was revolutionair.’
 

Antoni. Van Leeuwenhoek en de microwereld
Sietske Fransen en Tim Huisman (red.) 
128 Blz. | € 24,95