Veruit de meeste aardbevingen staan de bewoners van Groningen nog te wachten, stelt dr.ir. Jacques Hagoort, in een interview in technologietijdschrift De Ingenieur. De voormalig hoogleraar Reservoirtechniek aan de TU-Delft adviseert Groningen de tijd te geven zich daarop voor te bereiden door nu direct de gasproductie substantieel te verlagen.

Hagoort doet zijn uitspraak op grond van bestudering van de statistiek van de aardbevingen. ‘Er blijkt een bijna perfecte correlatie te zijn tussen het totale aantal aardbevingen en de totaal gewonnen hoeveelheid gas uit het Groningse veld.’

Dat er een verband bestaat tussen aardbevingen en gaswinning staat inmiddels wel vast. ‘De druk in het veld is van de oorspronkelijke 350 bar omlaaggegaan naar iets onder 100 bar. Daardoor klinkt het gesteente in en bouwen zich spanningen op die zich ont laden door plotselinge verschuivingen langs de breukvlakken in het reservoir gesteente.’

Hagoort inventariseerde alle bevingen met een sterke van 1 of meer op de schaal van Richter – dat waren er tot nu toe 584 – en vergeleek die met de hoe veelheid gewonnen gas. ‘Meestal wordt het aantal bevingen per jaar vergeleken met de gasproductie in dat jaar. Soms vallen de pieken in beide samen, soms niet. Het beeld is warrig en onduidelijk.’ De emeritus hoogleraar Reservoirtechniek besloot daarop het totale aantal bevingen uit te zetten tegen de cumulatieve gasproductie. ‘Die is immers bepalend voor de restdruk in het reservoir.’ Dan blijkt er een verbluffend eenduidig verband. ‘Het totale aantal neemt vrijwel zuiver kwadratisch toe met de cumulatieve gasproductie.’ Nu zeggen aantallen nog niet direct iets over de zwaarte van de bevingen. Hagoort legde de gegevens op verschil lende manieren naast elkaar, maar kon geen bewijs vinden dat de aardbevingen in de loop der tijd sterker of zwakker zijn geworden. ‘De sterkste aardbeving bij Huizinge is weliswaar van 2012, maar maakt geen deel uit van een trend.’

Wat de hoogleraar vooral zorgen baart, is het aantal aardbevingen dat nog komen gaat. ‘Uit mijn model blijkt dat de Groningers tot nu toe slechts een derde van het totale aantal hebben gehad, en dat het overgrote deel, ruim 1100 bevingen, hen nog te wachten staat.’ Het is de consequentie van het kwadratische verband: meer cumulatieve gasproductie leidt tot extra bevingen.

Met zijn model kan Hagoort ook aangeven wat het effect is van verlaging van de gasproductie. ‘Geringere productie snelheid betekent dat je het aantal bevingen per jaar vermindert en uitsmeert over een langere tijd.’ Bij een productie verlaging tot 35 miljard m³ per jaar, waar minister Henk Kamp van Economische Zaken op lijkt aan te sturen, ligt het aantal bevingen over vijf jaar op het zelfde niveau als in 2014, toen er 57 bevingen werden geregistreerd. Bij een productie van 30 miljard m³ wordt dat niveau over 12 jaar bereikt. En het aantal zou bij een halvering van de productie tot 21 miljard m³ voor langere tijd zakken tot zo’n 30 bevingen per jaar.

Hagoort pleit ervoor om tijdelijk op een substantieel lager productieniveau te gaan zitten en die jaren te benutten om Groningen zo goed mogelijk schokbestendig te maken. ‘Op grond van de vorde­ ringen van dat programma en wat we dan aan aardgas nodig denken te hebben, kan de kraan zo nodig weer iets verder worden opengedraaid.’ Hoeveel lager en voor hoe lang is uiteindelijk aan de politiek. Gezien de grote hoeveelheid nog te ver wachten bevingen pleit Hagoort ook voor het opnieuw bezien van het plan om de druk in het Groninger veld te stabiliseren door injectie van stikstof. ‘De minister heeft dat op een laag pitje gezet als lange termijnoplossing. Maar met nog 1100 bevingen voor de boeg is dat idee te gemakkelijk op de lange baan geschoven.’

Lees hier het rapport van Jacques Hagoort.

(lead image Phil Nijhuis/Hollandse Hoogte)