Groenmonitor meet impact droogte
De droogte van 2018 had een grotere impact op de gewassen in Nederland dan de huidige droogte tot nu toe. Dat blijkt uit satellietbeelden van de ‘groenheid van het gras’.
Sinds begin juli heeft het in Nederland nauwelijks meer geregend, terwijl de temperatuur bovengemiddeld hoog was. Ook deze week wordt het weer warm en houdt de droogte aan. Wie om zich heen kijkt ziet struiken verdorren en het gras steeds geler worden. Hebben de bomen en planten in Nederland ooit eerder zoveel te lijden gehad van droogte?
Ja, zeggen onderzoekers van Wageningen University & Research in een bericht op de website van de WUR. In 2018 stond het gewas er aan het einde van de maand augustus nog slechter bij dan nu. Dat blijkt uit resultaten van de ‘groenmonitor', een reeks satellietbeelden die de groenindex van de vegetatie weergeven.
Groenindex
De groenindex, ofwel Normalized Difference Vegetation Index (NDVI), meet het verschil in intensiteit tussen zichtbaar licht (met golflengten van 450 tot 750 nanometer) en nabij-infrarood licht (met golflengten van 750 nanometer tot 10 micrometer) dat planten terugkaatsen naar de ruimte. Het is een maat voor de hoeveelheid groene biomassa.
Levende planten gebruiken een groot deel van het zichtbare licht voor fotosynthese, en kaatsen daar dus minder van terug dan van het nabij-infrarode licht. Zo is op satellietbeelden te zien of er veel planten zijn afgestorven.
De beelden zijn afkomstig van de satellieten Sentinel-2 van de ESA en de Landsat van de NASA. De Sentinel-2 brengt eens in de vijf dagen heel Nederland in beeld met een resolutie van tien meter, de Landsat twee keer per acht dagen met een resolutie van dertig meter. Als het bewolkt is zijn deze beelden niet dekkend: de satellieten kunnen het licht niet door de wolken heen meten.
Groenindex grasland augustus 2018, WUR
Groenindex grasland 2022, WUR
Analyse
Uit de analyse van de satellietbeelden blijkt dat de droogte inmiddels serieuze schade heeft toegebracht aan het gras op de zandgebieden in Oost-Overijssel, Gelderland, delen van Brabant en Limburg en de kustgebieden. Ook Zeeland heeft het zwaar te verduren.
Op de klei- en veergronden in Groningen. Friesland en Noord- en Zuid-Holland lijkt het met de droogtestress nog mee te vallen. Leggen we de laatste groenindexkaart – dat is die van 17 augustus – naast die van 2018, dan blijkt dat het toen met de vegetatie nog slechter gesteld was dan nu. In 2018 was het neerslagtekort eind augustus dan ook nét iets hoger dan nu.
'Op de allernieuwste beelden zijn sommige plekken in het westen sindsdien weer wat groener geworden', zegt onderzoeker Gerbert Roerdink van het Earth Informatics Team van de WUR, die aan de groenmonitor meewerkt. 'Daar heeft toch wel flink geregend afgelopen tijd.' Voor andere gebieden geldt dat niet. Roerdink: 'Gezien de weersvoorspellingen denk ik dat het in gebieden als de droge zandgronden en Zeeland uiteindelijk wel net zo erg zal worden als in 2018.'
Credits: KNMI
Andere toepassingen
Hoewel de staat van de vegetatie vooral afhankelijk is van het weer, zien de onderzoekers met de groenmonitor soms ook andere opvallende zaken. Roerdink: 'Een paar jaar geleden zagen we in veel weilanden in Friesland de hoeveelheid groene biomassa afnemen, terwijl er helemaal geen sprake was van droogte of wateroverlast. Dat bleek het effect van een grote muizenplaag te zijn.'
In zulke gevallen kan de groenmonitor van nut zijn om de schade te kwantificeren en objectiveren, bijvoorbeeld als extra informatie voor de verzekeringsmaatschappijen.
Gerelateerd onderzoek
Een andere manier om de groei of juist het afsterven van gewassen te monitoren is met een drone. Die bestrijkt een kleiner gebied, maar wel met meer detail.
Andere satellieten die gebruik maken van verschil in golflengtes van het licht om kaarten te maken, zijn bijvoorbeeld hyperspectrale satellieten om gassen in de lucht te detecteren.
Openingsfoto: De Ingenieur