Het eerste Earthship, een duurzaam en autarkisch gebouw, op Nederlandse bodem opent deze week zijn deuren. Geestelijk vader Michael Reynolds verkondigt het concept als hét antwoord op de klimaatverandering. Maar bouwvoorschriften en -regelgeving vormen een blok aan zijn been. ‘Het is zaak wereldwijd zones aan te wijzen waar plaats is voor experimentele bouwprojecten.’

Na het nummer op verzoek van de telefoniste vijfmaal opnieuw te hebben gedraaid (‘Excuses, de lijn is een beetje fuzzy. Wilt u het nogmaals proberen?’) klinkt eindelijk de stem van Michael Reynolds door de hoorn. De telefoonverbinding met het hoofdkantoor van zijn bedrijf Earthship Biotecture net buiten het plaatsje Taos verloopt moeizaam. Het stadje in de Amerikaanse staat New Mexico vormt de uitvalsbasis van Reynolds. Op 19 km ten noordwesten ligt de Greater World Community, een woongemeenschap met zo’n honderd woningen die zijn gebouwd volgens het door hem ontwikkelde Earthship-concept.
 

Michael Reynolds.


Zwols theehuis

Wereldwijd staan er naar schatting zo’n tweeduizend van deze gebouwen en ook Nederland heeft er nu één: woningbouwvereniging SWZ schonk de gemeente Zwolle een theehuis ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de corporatie. Over het resultaat is de Amerikaanse architect, die er eigenhandig vijf weken aan meewerkte, gematigd tevreden. ‘Het theehuis is niet zo goed als had gekund. Vanuit het perspectief van duurzaamheid had het gebouw zo’n 25 % beter gemoeten. De bouw duurde namelijk langer dan noodzakelijk en de bouwkosten zijn behoorlijk hoog uitgevallen. Het had voor eenderde van het uiteindelijke bedrag gekund’, geeft Reynolds aan. ‘Een groot bedrijf en de overheid tussen plan en uitvoering staan garant voor problemen.’

Maar het is niet alleen maar kommer en kwel. Het Zwolse theehuis betekent wel een Nederlandse primeur. Met elk nieuw Earthship breidt de vloot zich uit. Juist de eerste projecten zijn belangrijk, omdat ze een voorbeeldfunctie vervullen en mensen bekendmaken met de potentie van echt duurzaam bouwen, meent de Amerikaan. Reynolds werkt zelf al veertig jaar, sinds zijn studie Bouwkunde aan de University of Cincinnati, aan verbetering en optimalisatie van het concept. Volgens hem is duurzaam, CO2-neutraal bouwen met het oog op klimaatverandering onvermijdelijk.


Autobanden en aarde

Recycling van materiaal, zonder wezenlijke bewerking tot een nieuw product, vormt het uitgangspunt van een Earthship. Oude autobanden gevuld met droge aarde dienen als bouwstenen, flessen verwerkt in muren maken wanden transparant en kunstlicht goeddeels overbodig, en lege blikjes krijgen een tweede leven als isolatiemateriaal. Een Earthship bestaat voor zo’n 40 % uit gerecycled materiaal. Door een gunstige ligging ten opzichte van de zon en toepassing van dikke wanden hebben de gebouwen nauwelijks een verwarmingssysteem nodig, stelt de bedenker. Zonnecellen, windturbines en geothermische warmte maken aansluiting op stroom- en gasnet meestal overbodig; de Amerikaan streeft naar volledige autarkie. Ondanks zijn voortdurende nadruk op klimaatverandering vormt ecologisch idealisme echter niet de drijfveer achter de woningen. ‘Ik probeer eenvoudigweg mijn hachje te redden.’

Mijn leven is als een bord hondenstront met chocolademousse

Zijn werk heeft Reynolds namelijk weinig eer opgeleverd. Verguisd door vakgenoten en geplaagd door rechtszaken – aangespannen door ontevreden klanten, maar nog vaker door de staat wegens het overtreden van bouwcodes – gaf hij uiteindelijk in 2000 zijn kwalificatie van architect op. ‘Vrijwillig’, benadrukt Reynolds. ‘De openbaar aanklager meldde tijdens een rechtszaak dat ik als architect zo veel wetten en regels overtrad dat alle boetes me definitief vleugellam zouden maken. Hij adviseerde mij mijn papieren in te leveren. Dat deed uiteraard behoorlijk pijn; niemand geeft graag iets op waarvoor hard is gewerkt. Ik was er echt beroerd van, maar bij thuiskomst na de rechtszaak lag er een boek in de bus met één van mijn woningen in de top 500 van beste gebouwen. Dat is dan een aardige compensatie. Mijn leven is als een bord hondenstront met chocolademousse.’


Blijven experimenteren

Het opgeven van zijn kwalificatie als architect leverde Reynolds naar eigen zeggen vele voordelen op. ‘Zonder papieren, als gewoon burger, mag je bouwen wat je wilt. Regels waaraan architecten zich dienen te houden, gelden dan niet. Het levert dus een berg vrijheid op. Overigens heeft het bestuur van het American Institute of Architects mij nadien weer in mijn ambt hersteld. Alleen niet voor New Mexico, zodat ik hier zonder hinder van regels, wetten en bouwvoorschriften met Earthships kan blijven experimenteren.’

Ook hier draaide de papiermolen ongeveer een jaar

Regels, wetgeving, bouwcodes, voorschriften; Reynolds heeft er weinig goede woorden voor over. ‘In Schotland hebben we een heel succesvol Earthship neergezet met een jaarlijkse energierekening van slechts tachtig euro, maar het is nooit gelukt het papierwerk rond te krijgen. Hetzelfde verhaal bij een woning in België: door bureaucratische rompslomp was het onmogelijk de juiste vergunningen te verkrijgen. Bij het project in Zwolle bleek woningbouwcorporatie SWZ heel goed van pas te komen. Een dergelijk grote organisatie heeft veel kennis in huis op het gebied van bouwvergunningen en is tevens invloedrijk. Maar ook hier draaide de papiermolen ongeveer een jaar’, somt Reynolds op.

Regelgeving vormt een obstakel voor elke vorm van innovatie in de bouw

‘Het is praktisch onmogelijk een gebouw neer te zetten als de techniek zich niet al heeft bewezen. Hierdoor bestaat er nauwelijks ruimte om innovatieve ideeën, methoden of technieken te testen, terwijl de hele wereld bij vernieuwing is gebaat. Het is een catch 22, iets dat volkomen idioot, maar wel volgens de voorschriften is. Dit zou niet of nauwelijks problematisch zijn als er decennia of eeuwen beschikbaar zijn om een alternatief te ontwikkelen voor de huidige manier van bouwen. We hebben echter geen eeuwen de tijd, het is eerder een kwestie van jaren: de wereldbevolking groeit sneller dan verwacht, de vraag naar energie stijgt sneller en het klimaat verandert sneller dan voorspeld. Of de mens hier blaam treft, is niet relevant. De uitkomst blijft immers hetzelfde: een noodsituatie. Regelgeving vormt een obstakel voor elke vorm van innovatie in de bouw, terwijl die juist hard nodig is om deze noodsituatie het hoofd te bieden.’ Zomaar afschaffen is niet de oplossing en praktisch een onhaalbare kaart, onderkent Reynolds. ‘Een analogie met de levensloop van mensen ligt hier voor de hand: bestaande regelgeving is als een club ouden van dagen. Die doe je ook niet weg, maar breng je onder in een verzorgings- of bejaardenhuis of je loopt er omheen. Ze zijn in elk geval niet meer actief op de arbeidsmarkt.’


Led-verlichting

De Amerikaan pleit voor het aanwijzen van kleine gebieden, waar bouwcodes en -voorschriften niet van toepassing zijn. ‘De wereld verandert zo snel dat architecten en bouwbedrijven het tempo nauwelijks kunnen bijbenen. Het blijkt al helemaal onmogelijk wet- en regelgeving af te stemmen op nieuwe ontwikkelingen. Neem de fotovoltaïsche industrie. De prestaties van zonnecellen zijn de laatste jaren sterk verbeterd en de kosten dalen nog steeds aanzienlijk. Tegelijkertijd vinden ze in de bouw nog amper aftrek, omdat regelgeving nagenoeg ontbreekt. Led-verlichting is een ander treffend voorbeeld. In vergelijking met gloeilampen ligt het rendement van leds veel hoger en het energiegebruik veel lager. Maar bestaande regels schrijven voor dat er toch een dikke elektriciteitskabel tussen contactdoos en fitting moet zitten. Een fractie van de hoeveelheid koper zou volstaan, maar door regelgeving blijft een potentieel forse besparing buiten bereik. Met nieuwe soorten isolatiemateriaal doen zich vergelijkbare situaties voor. Steeds blijkt regelgeving de remmende factor. Zorg daarom voor vrijplaatsen waar experimenteren gemeengoed is en falen niet direct leidt tot een rechtszaak met miljoenenclaims.’


Testlocaties

In zijn thuisstaat New Mexico vond Reynolds’ pleidooi gehoor. Na jaren van lobbyen tekende gouverneur Bill Richardson in 2007 de Sustainable Development Testing Site Act. Deze wet maakt het mogelijk gebieden met een oppervlakte van ongeveer 1 tot 1,5 ha aan te wijzen als testzone voor nieuwe bouwmethoden of -technieken. Na goedkeuring komt alle wet- en regelgevingen met betrekking tot bebouwing tien jaar lang te vervallen. ‘Gedurende deze periode is het dus een vrijplaats voor experimenten en innovatie’, vertelt Reynolds enthousiast. ‘In Taos maken we nu gebruik van deze regeling en laten vooral zien dat het instellen van testlocaties praktisch geen problemen oplevert.’

Groen is het peace and love van deze tijd, een inhoudsloos containerbegrip

Ondanks zijn radicale benadering en afkeer van gevestigde architectuur verwelkomt Reynolds ook meer gematigde initiatieven met een duurzaamheidsoogmerk. ‘Het is bijvoorbeeld prima wanneer architecten ernaar streven het energieverbruik van wolkenkrabbers te beperken. Maar de vraag is of dergelijke maatregelen voldoende zijn. Ik denk dat de situatie een stuk nijpender is. Het is tijd alle zeilen bij te zetten, dus alle plannen en initiatieven zijn welkom. Wel moeten we af van de term ‘groen’. In de jaren zestig demonstreerden hippies tegen kernenergie, kwamen thuis, draaiden een jointje en schakelden hun draaitafel met Lep Zeppelin in, met stroom uit de kerncentrale. Nu predikt iedereen ‘groen’, maar bijna niemand handelt er echt naar. Groen is het peace and love van deze tijd, een inhoudsloos containerbegrip.’

Toch laat de huidige interesse en nadruk op duurzaamheid zich niet afdoen als een modegril. Klimaatverandering is wezenlijk en praktisch onontkoombaar, stelt Reynolds, zodat er geen andere optie rest dan het ontwikkelen van alternatieven. Ondanks zijn strijd tegen wetten en regels blijft Reynolds optimistisch. ‘Veertig jaar vechten heeft mij getekend en het was zeker niet altijd een pretje. Het is heel begrijpelijk dat veel mensen ervoor kiezen zich te voegen naar de regels en wetten. Maar ik ben er van overtuigd dat wij, als mensheid, uiteindelijk met oplossingen komen en de klimaatverandering het hoofd zullen bieden.’(Thijs van Velzen)