Het is verstandiger om van biomassa brandstof te maken dan elektrisch te rijden met een biomassa gestookte centrale, zo blijkt uit onderzoek van de Thayer School of Engineering het Amerikaanse Dartmouth.


Biomassa kan op twee manieren worden ingezet als energiebron voor transport: door er brandstof van te maken voor een verbrandingsmotor of er elektriciteit mee op te wekken in een centrale en daarmee een elektromotor aan te drijven.

Uit oogpunt van efficiency scoort biobrandstof net iets beter dan bio-elektriciteit, zo blijkt uit de zojuist gepubliceerde studie van Mark Laser en Lee Rynd. Zij plaatsen daarbij wel een groot uitroepteken: de uitkomst is erg afhankelijk van het type voertuig en de beoogde rij-afstand. Op korte afstanden in een personenauto wint de bio-elektriciteit, maar voor langere afstanden en in een vrachtwagen wint de biobrandstof.

Dit beeld verandert niet bij toekomstige technologische ontwikkeling, waar zowel de raffinage van de biomassa als de efficiency van de verbrandingsmotor en van de biomassacentrale zal toenemen.

Het verschil is overigens niet heel groot: biobrandstof is tien tot twintig procent effectiever dan bio-elektriciteit.