Sociale robots komen eraan. Straks helpen robots in de zorg, bezorgen drones pakketjes en krijgen we misschien wel een relatie met een robot. Welke ethische vraagstukken gaan dan spelen? Daarover gaat het recent verschenen boek Just Ordinary Robots. Automation from Love to War van ethicus Lambèr Royakkers. De Ingenieur sprak met hem. ‘Laat een robot alleen een hulpmiddel zijn.’

In het Midden-Oosten schieten de VS met onbemande robotvliegtuigen op vermeende terroristen – en niet altijd raak. Talloze bedrijven testen autonome auto’s, soms al op de openbare weg. En in de zorg zullen onvermijdelijk ooit robots aan de slag gaan, omdat de kosten anders onmogelijk nog zullen zijn te dragen. Niet gek dus dat robots steeds meer discussie oproepen.

[…]

Moeten we ons zorgen maken over de opkomst van de autonome robots?

‘Ja, ik denk dat we op een belangrijk punt zijn aanbeland. De rekenkracht van computers verloopt exponentieel en we zitten nu in een zeer snel stijgend stuk van die grafiek. Eerlijk gezegd heb ik geen idee wat de kunstmatig intelligente systemen van morgen kunnen. Volgens mij is de tijd voor een moment van bezinning dan ook gekomen. We kunnen deze ontwikkeling niet stilzetten, maar we moeten wel met zijn allen bedenken hoe we kunstmatige intelligentie willen gebruiken.

Daarom was ik ook zo blij met de brandbrief in juli van onder meer Stephen Hawking en Elon Musk, die inmiddels door enkele duizenden onderzoekers uit de kunstmatige intelligentie en robotica is ondertekend – ook ik heb mijn naam daar onder gezet. Daarin roepen ze op tot een stop op de ontwikkeling van autonome militaire systemen, ofwel vechtrobots, omdat dit onherroepelijk leidt tot een nieuwe wapenwedloop. Het pijnpunt is de autonomie van militaire robots. Kunstmatige intelligentie wordt nu zo snel zó goed dat autonome apparaten binnenkort zelf beslissingen gaan nemen over leven en dood. Dat moeten we echt niet willen.'

Maar er zijn toch ook allerlei nuttige toepassingen van autonome robots?

‘Zeker, ik beschrijf er ook vele in ons boek. In de zorg zullen we op termijn zeker robots tegenkomen; daar wordt ook al veel onderzoek naar gedaan. Toch kunnen de robots die er nu zijn nog heel weinig. Iets simpels als een pil en een glaasje water aanreiken, kost al de grootst mogelijke moeite. Ik geloof ook niet dat mensen helemaal door een robot verzorgd willen worden. Zo’n ‘wasstraat voor bejaarden’ komt er niet – mensen willen toch zorg krijgen van een ander mens, met een hand op de schouder, een praatje en een lach. Als hulpmiddel ter ondersteuning kunnen robots wel van waarde zijn. Het optillen van een patiënt, dat moet je een robot laten doen. Vervolgens kan de verpleegkundige dan het echte werk doen.’

Het volledige interview is te lezen via elinea

Of lees het hele interview in nummer 11 van De Ingenieur.

Foto: TU Eindhoven / Bart van Overbeeke