Ben Bronsema: Altijd vanuit pure nieuwsgierigheid gewerkt
Ben Bronsema is raadgevend ingenieur klimaatinstallaties in gebouwen en gastonderzoeker bij de faculteit Bouwkunde van de TU Delft.
Doelen & Drijfveren
De wereld een beetje beter maken, dat is de ambitie van veel ingenieurs. Lees hun persoonlijke verhalen in het dossier Doelen & Drijfveren.
‘De liefde voor techniek heb ik niet van een vreemde. Mijn vader had in Assen een eigen smederij, vol met elektrische machines, destijds het nieuwste van het nieuwste. Na de hts en militaire dienst wilde ik eigenlijk instrumentmaker worden. In het leger was ik bezig geweest met nacht- en prismakijkers en dergelijke en dat vond ik machtig interessant. Ik wist al precies in welk bedrijf ik wilde werken, maar toen ik er aanklopte, hadden ze net geen vacature. Daarom ging ik tijdelijk aan de slag bij een bedrijf in verwarmingsinstallaties in Amsterdam. Dat werk vond ik zó leuk dat ik er ben gebleven, net als in de sector. Het mooie van klimaattechniek is dat het alle mensen raakt en iedereen er een mening over heeft.’
Harde klik
‘Toen ik bij een klein Delfts adviesbureau werkte, publiceerde ik voor het eerst artikelen in vakbladen. Zo kreeg ik enige naamsbekendheid en werd ik op basis daarvan uitgenodigd voor projecten. Met ons kleine bedrijf deden we grote projecten, zoals een nieuwe terminal voor Schiphol en nieuwbouw voor het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Terwijl ik voor mijn werk de grootste kantoorgebouwen van ventilatie en airco voorzag, leerde ik de grootste les bij een privéproject. Mijn vrouw en ik lieten in 1975 een eigen huis helemaal naar onze wensen ontwerpen. Qua duurzaamheid liep het voorop, met een extra brede, isolerende spouw, vloer- en luchtverwarming en warmteterugwinning. Alle installaties werden digitaal en automatisch aangestuurd. Het werkte geruisloos en ik was apetrots! Maar tot mijn verrassing vond mijn vrouw het niks. Die was gewend aan een thermostaat die met een harde klik aansloeg en een ketel die begon te loeien. De harde les was: je kunt iets nog zo goed ontwerpen, toch verwachten veel mensen een duidelijke terugkoppeling van het systeem, een geluidssignaal of iets visueels. Daaraan heb ik later in commerciële projecten nog veel gehad.’
Aarde, wind en vuur
‘Mijn carrière nam de leukste wending toen ik in de jaren negentig werd gevraagd gastdocent te worden aan de TU Delft. Ik ben zelf geen academicus en keek op tegen de universiteit, maar het bleek leuk om studenten architectuur alles over klimaatsystemen bij te brengen. Vanuit de combinatie architectuur en klimaattechniek kwam ik op Earth, Wind & Fire, een energiezuinige manier om hoge gebouwen te koelen en te ventileren met krachten uit de natuur: we benutten zonnestralen, wind die langs een gebouw waait en vallend water. Na jaren van ontwikkelen, gingen we rond 2008 de afzonderlijke onderdelen van Earth Wind & Fire testen en modelleren, en ze bleken nog beter te werken dan we hoopten. In 2018 werd het eerste gebouw opgeleverd met deze toch wel baanbrekende principes voor klimaatregeling erin: een hotel in Amsterdam. Daarvan hebben we veel geleerd en afgelopen november opende de Erasmus Universiteit in Rotterdam een groot onderwijsgebouw met een verbeterde versie van Earth, Wind & Fire erin. Hoewel ik de principes zelf heb verzonnen, ben ik nog steeds verbaasd dat het werkt!’
Binnenmilieu
‘Dat gebouwen veel duurzamer worden dankzij door mij bedachte techniek, is geweldig, maar dat was niet mijn eerste drijfveer. Ik heb altijd gewerkt vanuit pure nieuwsgierigheid. Waarom doen mensen het zo? Kan het niet anders, beter? Alles draait om people, planet, profit, in die volgorde. Voorop staat dat de mensen in een gebouw zich prettig moeten voelen door het binnenklimaat. Daarvoor moet de expert installatietechniek vanaf het begin om de tafel met de architect. Jonge architecten moeten zich realiseren dat een goed gebouw niet alleen draait om schoonheid en functie, maar dat binnenmilieu en comfort minstens zo belangrijk zijn. Ik hoop dat mijn ontwerpprincipes mainstream worden. Als dat in 2030 zover is, dan ga ik met pensioen hoor!’
Tekst: Jim Heirbaut
Portret: Bianca Sistermans