We zamelen heel wat plastic in, maar hoogwaardige producten maken we er niet van. De manier waarop de overheid het inzamelen van plastic regelt, staat innovatie in de weg, vindt Peter Rem, hoogleraar Resources & Recycling aan de TU Delft.

In Nederland gebruiken we per jaar voor 700 miljoen euro aan plastic in verpakkingen; dat is zo’n 40 euro per persoon. Tegelijkertijd weten we dat plastic in het milieu schadelijke gevolgen heeft en zijn we best actief om het gebruikte plastic netjes weg te doen. Een groot deel van het verpakkingsplastic komt terug via statiegeld, wordt door gemeentes ingezameld of wordt via nascheiding alsnog uit het restafval geplukt. Daar investeren we veel geld en moeite in, maar vervolgens komt er bar weinig voor terug. Van die 40 euro per persoon blijft maar 1 à 2 euro waarde aan gerecyclede plastics over.

Het probleem is dat plasticafval bestaat uit wel 250 verschillende polymeren. Die worden nu gescheiden in vier of vijf hoofdstromen, zoals polyethyleen en polypropyleen. Dat zijn allemaal mengsels met allerlei additieven, verschillende kleuren en verschillende smelttrajecten. Van de korrels die na de recycling overblijven, kunnen we nog wel verkeerspaaltjes, tuinbankjes, jerrycans of kleerhangers maken, maar nooit meer hoogwaardige artikelen zoals voedselverpakkingen.

 

Soepzakken

Er is dus sprake van downcycling: het restproduct heeft een veel lagere waarde dan het origineel. We kunnen dat probleem op verschillende manieren aanpakken. Je ziet momenteel nogal wat nieuwe, dunwandige verpakkingen op de markt zoals soepzakken. Die kunnen weliswaar (nog) niet worden gerecycled, maar er gaan wel veel minder grondstoffen in. Bovendien kost de productie ervan minder water en energie. Een andere optie is het gebruik van biologisch afbreekbare plastics, oftewel biopolymeren.

Zelf werk ik aan technologie om plasticafval in veel meer stromen te scheiden. Een afvalverwerker kan daarmee over vijf of tien jaar een distributiecentrum voor herwonnen hoogwaardige grondstoffen worden. Er is echter een obstakel. De overheid beloont de plastic recycling nog steeds met een zogeheten gate fee per ton ingezameld en gerecycled materiaal: alles wat door de poort van de afvalverwerker gaat, wordt beloond. Recyclingbedrijven zijn er dus bij gebaat om zoveel mogelijk plastic in te nemen en te verwerken, niet om te zorgen dat daar ook iets hoogwaardigs van is te maken. De overheid stimuleert zo in feite het downcyclen van plastic voor 150 miljoen euro per jaar.

Dat moet dus anders. Koppel die gate fee niet aan wat er bij het bedrijf aan plastic in gaat, maar wat er aan productwaarde na het recyclen uitkomt. Dat stimuleert bedrijven om te innoveren, want het hoogwaardige product uit gerecycled plastic loont dan dubbel: het levert meer op aan de ‘gate’ én in de verkoop.

Prof.dr. Peter Rem is hoogleraar Resources & Recycling aan de TU Delft.

Openingsbeeld Joost Stokhof.