Op 6 maart overleed Lou Ottens, bij Philips destijds verantwoordelijk voor de ontwikkeling van zowel het cassettebandje als de compact disc (cd). Er is waarschijnlijk geen Nederlander te vinden die een grotere invloed heeft gehad op onze muziekconsumptie. In 2007 interviewde De Ingenieur Ottens uitgebreid.

Fanta Voogd, freelance medewerker van De Ingenieur, bezocht Ottens in 2007 in zijn huis nabij Eindhoven. Toen Ottens de deur opendeed, stond daar een gewone, bescheiden man, die de door de verslaggever geopperde typering ‘de Nederlandse Edison’ resoluut van de hand wees.

Toch hoort Ottens in een illuster rijtje thuis, meent Voogd: ‘…de fonograaf van Thomas Edison (1877), de grammo­foon van Emile Berliner (1887), magnetische opnames van Valdemar Poulsen (1899), de geluidsband van Fritz Pfleumer (1928), de langspeelplaat van Peter Goldmark (1948) en het cassettebandje (1963) en de cd (1983) van Lou Ottens.’
 

Succesnummers

Beide geluidsdragers bleken succesnummers van Philips (de cd kwam voort uit een samenwerking met het Japanse Sony). De schattingen zijn dat er wereldwijd meer dan 100 miljard cassettebandjes en 200 miljard cd’s zijn verkocht.

Natuurlijk bedacht Ottens cassettebandje en cd niet in zijn eentje. ‘Je doet het samen’, zei Ottens in het interview in 2007. ‘In Hasselt hebben we met tien à twaalf mensen aan de ontwikkeling van de cassette gewerkt. En bij de ontwikkeling van de cd zijn, van het begin af, acht mensen betrokken geweest. Maar ik heb er geen kijk op hoeveel men­sen daar in totaal, inclusief de toeleveranciers, aan hebben bij­gedragen. Ik denk dat het om honderden gaat.’
 

Lees verder in het hele interview van journalist Fanta Voogd uit 2007 (pdf-bestand).


Openingsfoto Lou Ottens in 2007. Foto Jordi Huisman / CC BY-SA 4.0