Atelier op en neer
De Begroetingsbrug van architect John Körmeling wordt uniek: het contragewicht of bascule boven in de ophaalbrug is een atelier voor Tilburgse kunstenaars, met balkon. ‘Een vol kopje thee kan er gewoon op tafel blijven staan.’
In een hal van het constructiebedrijf DJK in het Groningse Zuiderbroek liggen twee monsters van staal, 21 m lang met in het midden een rond gat. ‘Hier oogt het gigantisch, maar straks vallen ze weg in hun omgeving’, zegt architect en kunstenaar John Körmeling tijdens een van de werkbezoeken aan zijn Begroetingsbrug in wording. Want dat is waar die twee staalmonsters voor dienen: het zijn de armen van de ophaalbrug, waar aan de ene kant het wegdek aan vast komt en aan de andere kant het contragewicht.
Noem de naam Körmeling en op voorhand mag worden aangenomen dat er met de constructie wel iets bijzonders aan de hand zal zijn. Zoals dat eerder het geval was met het roterende huis middenin een Tilburgse rotonde, de inzending Happy Street voor de wereldtentoonstelling van 2010 in China en het Drive-in-Wheel, het reuzenrad voor auto’s. Nu is het de ophaalbrug.
Körmeling loopt naar de hal waar het stalen skelet van het atelier staat. ‘Hier draait het om’, zegt hij met een twinkeling in zijn ogen. ‘Dit wordt in mijn brug het contragewicht. Bij vrijwel alle ophaalbruggen is dat een massief blok, terwijl het vaak de mooiste plek in de omgeving is. Daarom heb ik er een atelier van gemaakt van 70 m2 met een balkon van 35 m2, voor Tilburgse kunstenaars.’
Het paviljoen is niet het enige bijzondere aan de constructie. De brug over de 20 m brede Piushaven krijgt twee vaste delen en een middelste deel dat open gaat. Körmeling: ‘Bruggen scharnieren meestal direct bij het wegdek. Maar ik dacht: het zou mooi zijn als wachtende mensen aan die brugzijde en de kunstenaar in het atelier de schepen ook voorbij zien varen. Daarom gaat het brugdek aan twee armen van 10 m langs het vaste gedeelte open en staat het in de open stand op twee poten.’
‘Bij de meeste bruggen is de bascule de mooiste plek in de omgeving
Al die Körmeling gekkigheid maakt de constructie er niet gemakkelijker op, zo weet projectleider Hendrik Snippe van DJK. ‘Je hebt te maken met twee bewegende armen waartussen geen stijve constructie zit, maar een atelier dat om zijn as kan draaien, en aan de andere kant een wegdek met bij de scharnierpunten een heel groot gat. Dat maakt het geheel qua torsie uiterst complex.’ De twee elektrohydraulische installaties, elk in een toren, moeten daarom volledig synchroon bewegen. ‘We bereiken dat met sensoren die de stand van de brugarmen registreren en via een besturingssysteem met elkaar communiceren.’ Bijzonder is ook dat de brug voornamelijk wordt opgetrokken uit zware kokerconstructies. Snippe: ‘Het lassen was vrij ingewikkeld. Je moet de kokerconstructies goed recht houden; die holle profielen kunnen alle kanten optrekken. De afwijking mocht niet meer dan 2 mm zijn.’
Minstens zo uitdagend was het atelier zelf. Körmeling: ‘Ik noem hem daarom de Concorde onder de bruggen: een vol kopje thee moet tijdens het open en dicht gaan gewoon op tafel blijven staan, zonder een druppel te morsen.’
Dat kan alleen wanneer het paviljoen gecontroleerd rond de ophang as meedraait. ‘En om schokken en schommeling te voorkomen is de hydraulica volledig computer gestuurd’, vult Snippe in. ‘Eerst laten we de pompen op druk komen. Daarna worden de ventielen van de hydraulische systemen, die zich met bijhorende aggregaten midden in de torens bevinden, ingeregeld. Ze worden zo fijn op elkaar afgestemd, dat de brugbeweging langzaam en gelijkmatig op gang komt en afremt.’ Om aan zijn gewicht te komen krijgt het atelier een 35 cm dikke vloer en een 45 cm dik dak, samen goed voor 90 ton betonmassa. ‘Knap lastig was het positioneren van de as waar het paviljoen aan komt te hangen, omdat die vanwege het gewicht van het bordes niet bovenin door het midden van het atelier loopt.’
Op dit ogenblik wordt de burg in Tilburg met gecompliceerd hijswerk in elkaar gezet. De brug krijgt vervolgens een lichtzilveren kleur. Het eindresultaat is een transparant, constructivistisch kunstwerk, duidelijk herkenbaar als de nieuwste Körmeling.(Lex Veldhoen)