Met een dataoverdracht van 240 Gbits/s hebben ingenieurs van de Hong Kong Polytechnical University het snelheidsrecord van bestaande datacenters gebroken. De daar gehanteerde standaard is 10 Gbits/s. Die snellere overdracht werd met alleen software bereikt, zonder enige toevoeging van hardware.

Alle informatie van en naar datacentra gaat als optische signalen door glasvezel. Maar hoe hoger de bandbreedte van de datatransfer, en hoe langer de afstand, hoe meer het optische signaal vervormt. Dat legt een grens aan wat op dit ogenblik aan datasnelheid mogelijk: met de bestaande infrastructuur van kabels en routers gaat het niet sneller.

Zonder nieuwe hardware

De huidige aanpak om de snelheid te verhogen is vervanging van de hardware, bijvoorbeeld met nieuwe typen glasvezel die snelheden tot ver in de duizenden gigabits aankunnen. Maar die aanpak is kostbaar en niet direct praktisch. In plaats daarvan koos het team van de Hong Kong Universiteit voor een softwarematige aanpak om de data-overdracht te versnellen.

Patroon van vervorming

De vervorming van het optische signaal in de kabel lijkt op het eerste gezicht willekeurig, maar blijkt, als er maar voldoende lang wordt gemeten, toch een bepaald patroon te hebben. Door statistische analyses uit te voeren op grote hoeveelheden in – en uitgaande signalen konden de onderzoekers dat verstoringspatroon achterhalen, en daarmee ook corrigeren. Op die manier is het mogelijk veel grotere snelheden van data-overdracht te bereiken, louter met software, zonder vervanging van dure componenten.

De ingenieurs uit Hong Kong bereiken zo een snelheid van dataoverdracht van 240 Gbits/s over een afstand van 2 km, dat is genoeg om met zijn tienduizenden tegelijk een blu-ray film te streamen.

Openingsfoto Nicab.

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.