Column

De kranten schreven onlangs over razendsnelle ritjes van Schiphol naar Berlijn met een hyperloop. Die is vooralsnog echter vooral hypothetisch, merkt gastcolumnist Thijs ten Brinck op.

De afgelopen weken heeft u mogelijk in de krant gelezen of op televisie gezien dat een ritje van Schiphol naar Berlijn met de Hyperloop slechts 63 minuten duurt. Dat is zo’n zes uur sneller dan met de trein en zelfs iets sneller dan vliegen. De magneettrein op groene stroom, die zonder weerstand en CO2-uitstoot met zevenhonderd kilometer per uur door vacuümbuizen zweeft, lijkt een puik alternatief voor het vliegtuig.

Het mooie nieuws komt van Schiphol en de Hyperloopstartup Hardt (lees ook: ‘Groningen krijgt testcentrum voor Hyperloop’). Het lijkt gewaagd voor de luchthaven: aandacht vragen voor iets anders dan de groei van het aantal vliegbewegingen, net nu de Tweede Kamer de Luchtvaartnota 2020-2050 behandelt.

Thijs ten Brinck

Toch is het niet gek om de aandacht even af te leiden van de kernactiviteit. De laatste weken was wel héél duidelijk dat de luchtvaart niet alleen op het vlak van klimaatbeleid, maar ook in de anderhalvemeterwereld aanmerkelijk meer speelruimte krijgt én neemt dan de rest van de economie.

Met het pleidooi voor de Hyperloop lijkt Schiphol weer even een vooruitstrevend bedrijf, dat het beste voor heeft met de wereld. Ondertussen herinnert de hypothetische Hyperloop de consument er fijntjes aan hoe snel vliegen is in vergelijking met de trein. Ook wat dat betreft is de timing uitstekend, nu we na maanden lockdown weer voorzichtig over vakantie dromen.

Met die 63 minuten veinst Schiphol dat de Hyperloop een uitgewerkt alternatief is, maar vooralsnog is de Hyperloop vooral hypothetisch. Dat weet Schiphol ook. Opmerkelijk is dat de beoogde route al strak is uitgestippeld. Die loopt via Eindhoven en Düsseldorf en gaat dan in één streep door naar Berlijn. Waarom Eindhoven wel een halte krijgt, terwijl veel grotere steden als Dortmund en Hannover geen halte krijgen, is onduidelijk.

Sowieso dulden mensen niet snel een vacuümbuis dwars door hun dorp of favoriete natuurgebied. Zeker niet als de dichtstbijzijnde halte driehonderd kilometer verderop ligt. Kijk naar de Betuwelijn, van Rotterdam naar Oberhausen: in aanbouw sinds 1997, vermoedelijk pas klaar in 2026. En het traject kent nauwelijks rechte stukken.

In 63 minuten naar Berlijn is onzin. Net zoals vliegen naar Berlijn onzin is.

Toch zijn er wel kaarsrechte lijnen nodig om veilig de zevenhonderd kilometer per uur aan te tikken. In 2050 op hypersnelheid naar Berlijn zoeven gaat echt niet lukken. Elke extra halte, bocht en wissel maakt een vacuümmagneettrein kwetsbaarder, trager en zinlozer.

Hoe serieuzer je een Hyperlooptraject uitwerkt, hoe meer het een Intercity lijkt. In 63 minuten naar Berlijn is onzin. Net zoals vliegen naar Berlijn onzin is. Wie serieus is over duurzaamheid, laat klanten die toch naar Berlijn vliegen zes uur achter de douane wachten.

Wedden dat de meeste bliksembezoekjes aan Berlijn dan al ruim voor vertrek zijn afgehandeld? Via Teams, Zoom of Skype ben je zo in Berlijn en ook zo weer thuis. Op niets meer dan groene stroom en binnen 63 minuten.

Thijs ten Brinck is duurzaamheidsadviseur bij We-Boost Transitions en publicist bij WattisDuurzaam.nl.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.