Elke maand schrijft president Jacolien Eijer van ingenieursvereniging KIVI over een KIVI-activiteit. Deze maand: een bijeenkomst over geothermie. 

Geothermie wordt al ingezet in de tuinbouw en voor verwarming van gebouwen. Jan Dirk Jansen en Paulus Jansen, beiden lid van de Mijnraad, hebben geadviseerd over een bredere toepassing. In een heldere lezing belichtten ze de uitdagingen. Technisch gezien is het verwarmen van woonwijken met geothermie een goede, efficiĂ«nte optie. In algemene zin stelt Jansen: ‘Het is zonde gas te verbranden voor het verwarmen van een huis tot 20 graden.’ Dit riep bij mij de associatie op van de ouderwetse gloeilamp. Ook niet echt een efficiĂ«nte constructie voor een beetje licht.  

Geothermie is een uitstekende optie voor de samenleving, als duurzame en veilige energiebron met minimale bijeffecten. Aardwarmte zou dan ook zeker een belangrijk onderdeel moeten zijn van onze transitie­strategie, vooral voor woonwijken uit de jaren zestig en zeventig. Toch komt geothermie nauwelijks van de grond, vooral door bovengrondse uitdagingen. Het is organisatorisch, juridisch en politiek complex en vereist nieuwe wetgeving en ruimtelijke ordening van de ondergrond. 

Vertrouwen

Belangrijker nog, de inzet van geothermie vraagt om vertrouwen. Na de gaswinning in Groningen is een technisch verhaal over minimale effecten niet voldoende om omwonenden te overtuigen van de veiligheid. Daarnaast bestaat er vaak aversie tegen een contract met een monopolist. Terwijl een warmtenet pas rendabel wordt als iedereen meedoet. Een warmtenet is nog niet of nauwelijks rond te rekenen en onzekerheid rond regelgeving maakt investeerders terughoudend.  

Geothermie staat zo symbool voor de systeemveranderingen die nodig zijn voor de transitie naar een duurzame samenleving. Wat kunnen wij (ingenieurs) doen om deze veranderingen te vergemakkelijken? Die vraag verdient een vervolg in een volgende lezing.

KIVI-president Jacolien Eijer woonde de lezing Aardwarmte in Nederland bij, door Paulus Jansen (oud-Tweede Kamerlid/specialist warmte voor de gebouwde omgeving) en Jan Dirk Jansen (hoog­leraar reservoirtechnologie TU Delft). De lezing was georganiseerd door KIVI-­afdeling Hydrocarbon technologies & energy transition, en vond plaats op 26 november in het KIVI-gebouw in Den Haag. 

Beeld: Depositphotos