TU Delft: meeste medische mondkapjes waren onveilig
Een gebruikt en vervolgens gesteriliseerd medisch mondmasker was in de beginmaanden van de coronapandemie vorig jaar in veel gevallen veiliger dan een geïmporteerd, nieuw exemplaar. Dat blijkt uit onderzoek van de TU Delft in samenwerking met het living lab GreenCycl. Van de nieuwe mondmaskers voldeed tweederde niet aan de veiligheidseisen.
Door de plotselinge, enorme vraag naar mondkapjes ontstonden er in het voorjaar van 2020 al snel grote tekorten aan de beschermingsmiddelen. Ziekenhuizen, overheden en andere partijen wrongen zich in allerlei bochten om toch maar zoveel mogelijk mondmaskers naar Nederland te halen.
Onder zorgpersoneel groeide al gauw de vrees dat de mondkapjes uit onbekende bron tot een gevoel van schijnveiligheid zouden leiden, ook al stond er vaak wel een keurmerk op.
Schijnveiligheid
'Ze zagen gewoon dat ze van mindere kwaliteit waren, doordat de mondmaskers bijvoorbeeld een stuk dunner waren', zegt Tim Horeman, een van de onderzoekers.
Dat gevoel van schijnveiligheid kan riskant zijn: zorgpersoneel waant zich dan beschermd, maar is intussen uiterst kwetsbaar voor besmetting.
Onder artsen en verpleegkundigen ontstond grote behoefte om mondmaskers te laten testen. Ze wendden zich tot de Delftse onderzoekers Horeman, John van den Dobbelsteen en Bart van Straten.
Steriliseren voor hergebruik
Die hadden al een manier gevonden om wegwerpmondmaskers te steriliseren voor hergebruik en de methode die zij hadden ontwikkeld om de gesteriliseerde mondmaskers te testen bleek ook een goede manier om vast te stellen of geïmporteerde, nieuwe maskers voldoen aan de veiligheidseisen.
Steekproefsgewijs onderzochten Horeman en Van Straten bij negentien ziekenhuizen de kwaliteit van 140 miljoen mondmaskers van 471 verschillende leveranciers. De resultaten van hun studie publiceerden ze eerder deze week in het wetenschappelijk tijdschrift PLOS One.
Terechte angst
'De angst van de zorgmedewerkers was volkomen terecht', zegt Horeman. Slechts een derde van de gloednieuwe medische mondmaskers bleek te voldoen aan de veiligheidseisen.
Formeel moeten FFP2-maskers 94 procent van de virusdeeltjes tegenhouden. De Delftse onderzoekers ontdekten dat dit in sommige gevallen maar 10 of 20 procent was.
'Dan was duidelijk dat je ze beter niet kon gebruiken', zegt Horeman.
In andere gevallen weerde bijvoorbeeld rond de 70 procent van de virusdeeltjes. 'Lang niet genoeg om aan de eisen te voldoen, maar ik kan me voorstellen dat een zorgmedewerker dan zegt: dit masker is in ieder geval beter dan niets.'
Verschillende fabrieken
Ook vonden de onderzoekers grote verschillen binnen één en dezelfde partij mondmaskers. 'Dan was duidelijk dat de Chinese leverancier ze uit verschillende fabrieken had betrokken, zonder dat dat op het label duidelijk werd.'
De onderzoekers troffen ook maskers aan die totaal geen lucht doorlieten, zegt Horeman. 'Alsof je met een plastic zak voor je mond liep.'
Inmiddels kunnen zorgmedewerkers vertrouwen op de kwaliteit van de medische mondmaskers, stelt Horeman. Niet alleen is de gekte op de maekt al even voorbij, maar dankzij de nieuwste testmethode is de kans ook een stuk kleiner dat slechte maskers nog in ziekenhuizen belanden.
Geen relatie tussen keurmerk en kwaliteit
Om gebruikte medische mondmaskers te steriliseren, hingen de onderzoekers ze vijftien minuten lang in stoom met een temperatuur van 121 graden Celsius.
De filters bleken na de sterilisatie nagenoeg even goed te werken als ervoor. Gesteriliseerde mondkapjes van bekende, goede merken werkten in de regel ook beter dan nieuwe kapjes van onbekende leveranciers.
Volgens de onderzoekers kunnen de uitkomsten van hun studie helpen om duidelijk te maken dat er niet altijd een relatie is tussen eventuele labels en keurmerken en de daadwerkelijke kwaliteit van mondmaskers. Bij een volgende pandemie kan die kennis goed van pas komen.
De Delftse testmethode geldt inmiddels ook in het buitenland als de nieuwe standaard.
Foto: Depositphotos