Nederland wil in 2022 een Europees testcentrum voor hyperlooptechnologie bouwen. Voor de locatie zijn nog twee provincies in de race, zo werd vandaag bekend: Groningen en Zeeland. In de komende weken volgt de definitieve keuze voor de locatie van het European Hyperloop Center.

Het geplande testcentrum is een initiatief van Hardt, een Nederlands bedrijf dat werkt aan hyperlooptechnologie. Het ontwikkelde plannen voor een groot testcentrum (zie de tekening boven dit artikel), met een 3 kilometer lange testbuis, inclusief baanwissel.

Meerdere provincies wilden dit centrum wel een plekje geven: tot nu toe waren er nog vier in de race daarvoor: Flevoland, Groningen, Zeeland en Zuid-Holland. Vandaag werd bekend dat Flevoland en Zuid-Holland afvallen. Het gaat nu dus tussen Groningen en Zeeland. Een onafhankelijke commissie besluit in de komende weken uiteindelijk wie het centrum krijgt. Daarbij kijkt ze naar beschikbare ruimte, aanwezige infrastructuur en naar geschikte partners in de regio.
 

Proeftuin

De beide provincies reageerden opgetogen. ‘De hyperloop past goed bij Zeeland, dat is aangewezen als proeftuin voor slimme mobiliteit’, zegt gedeputeerde Jo-Annes de Bat in een persbericht.

Ook Groningen is verheugd: ‘Onze universiteit, hogeschool, bedrijven en overheden werken nauw samen aan oplossingen voor de grote transities in de energie, het vervoer en de landbouw. Een testbaan voor de hyperloop past perfect in deze ambities’, aldus gedeputeerde Mirjam Wulfse in het persbericht.
 


Vliegschaamte

De hyperloop is een prikkelend idee uit de koker van techondernemer Elon Musk. Het komt ook op een goed moment, in tijden van vliegschaamte en door CO2-uitstoot veroorzaakte klimaatverandering. Hyperloops, die draaien op (duurzaam opgewekte) elektriciteit, kunnen op termijn een duurzame oplossing zijn voor reizen op de middellange afstand, en daarmee veel vliegtuigen overbodig maken.

Stel je maar eens voor dat je in een kwartiertje van Eindhoven naar Amsterdam kunt reizen. Of in een klein uurtje van onze hoofdstad naar Frankfurt. Dat is wat de hyperlooptechnologie belooft: passagiers nemen plaats in een voertuig (pod) dat razendsnel door een vacuüm getrokken buis schiet.
 

Baanwissel

Maar voor het zover is, moet er nog heel wat worden ontwikkeld en getest. In Delft test Hardt al op lage snelheden en in een buis van slechts 30 meter lang, vertelt Juliette de la Rie van Hardt. ‘In het nieuwe testcentrum willen we versnellen naar 700 kilometer per uur. Bij die snelheid gaan we ook onze baanwissel testen, een gepatenteerde techniek die nog geen enkel ander bedrijf heeft.’

Een baanwissel klinkt als een technologische uitdaging, bij een buis die voortdurend zo goed mogelijk vacuüm moet worden gehouden. Maar volgens De la Rie is hij onmisbaar. ‘Denk maar weer eens aan dat traject van Amsterdam naar Frankfurt. Een voertuig gaat direct naar de Duitse stad, maar een ander maakt een tussenstop in Eindhoven. Die twee mogen elkaar niet in de weg zitten, vandaar dat een voertuig even van de hoofdroute af moet kunnen, net als een auto uitvoegt van de snelweg.’
 

Open voor ontwikkelaars

Het beoogde testcentrum krijgt naast de testbuis ook ruimtes voor onderzoekers, een werkplaats voor onderhoud en de productie van onderdelen en ruimtes om gasten te ontvangen. Het centrum zal niet alleen beschikbaar komen voor Hardt Hyperloop, maar ook opengesteld worden voor ontwikkelaars uit de hele wereld. Die kunnen er hun eigen technologische oplossingen komen testen.

Het European Hyperloop Center gaat naar schatting 25 miljoen euro kosten en moet in 2022 opengaan. Hardt en zijn partners nemen de grootste investering voor hun rekening, maar ook de uitverkoren regio wordt geacht bij te dragen. De la Rie: ‘We willen nadrukkelijk ook samenwerken met relevante technologische bedrijven in die regio.’
 


Beeldmateriaal Hardt