Stookolie op basis van frituurvet
Het Nederlandse bedrijf GoodFuels introduceert stookolie op basis van biogrondstoffen. De olie, bestemd voor de grote zeevaart, is CO2-neutraal en levert nauwelijks uitstoot van zwavel. Dat laatste is bij fossiele bunkerolie een van de nadelen.
Ultra Low Carbon and Sulfer Fuel Oil, zo zet CEO Dirk Kronemeijer van GoodFuels zijn nieuwe brandstof graag in de markt. De brandstof is gemaakt van bio-afvalmateriaal: afgedankt frituurvet, zaagsel, resthout, rioolwaterzuiveringsslib, organisch huishoudelijk afval en dergelijke. ‘Ons technisch hoogstandje is dat we met zo’n diversiteit aan bronnen toch een eenduidig product kunnen maken.’
Putje van raffinage
De biostookolie moet het alternatief zijn voor de gangbare fossiele. Die laatste is wat er overblijft wanneer aardolie wordt geraffineerd tot producten als kerosine, benzine en diesel. ‘Stookolie is het putje van de raffinaderij.’ De milieuperformance ervan is dan ook extreem slecht: de olie bevat veel zwavel, produceert veel roet en heeft een hoge uitstoot van CO2, stikstofoxiden en fijnstof. Het gebruik is ook direct te herkennen aan de zwarte rookwolken uit de scheepsschoorsteen.
Inmiddels kan de scheepvaart er niet meer onderuit iets aan die vervuiling te doen. De eerste dwingende maatregel is nu dat de zwaveluitstoot drastisch omlaag moet, hetzij door over te stappen op een andere brandstof hetzij door een ontzwavelingsinstallatie te gaan gebruiken.
Minder uitstoot
Met zijn biostookolie verwacht Kronemeijer de markt van schonere brandstoffen te bedienen. ‘We voldoen aan de norm van 0,5 % zwavel, stoten 40 tot 50 % minder roet uit, en 10 – 15 % minder stikstofoxiden.’ Van al die claims bestaan testrapporten, waaronder de ervaring van de Deense rederij Norden die onlangs de brandstof op een tocht naar Estland heeft getest.
Uiteraard stoot de olie bij het verbranden CO2 uit, maar die is bij het tot stand komen van de biogrondstoffen uit de atmosfeer opgenomen, en daarmee is de brandstof vrijwel CO2-neutraal.
Inwisselbaar
Het bijzondere van de fabriek in Rotterdam is dat deze heel verschillende bio-afvalstromen aankan. ‘We geven een laagwaardig product zo een hoogwaardiger toepassing.’ Tegelijk is de brandstof die GoodFuel produceert volledig inwisselbaar met de fossiele variant. ‘Schepen hoeven hun brandstofsysteem of motor niet aan te passen.’ Ook de prijs van de bio-olie is vergelijkbaar.
Dat maakt de overgang gemakkelijk, wat past bij het marktmodel dat Kronemeijer voor ogen heeft. ‘We hebben nu tankstations in Rotterdam, Antwerpen en Amsterdam. Dus een schip kan daar onze bio-olie tanken, maar op zijn reis over de wereld elders de gebruikelijke fossiele stookolie. Mengen is geen probleem.’ Kronemeijer wil, als de zaken goed gaan, ook elders op de wereld tankstations openen.
Regionale grondstof
De huidige fabriek in Rotterdam kan per jaar 100.000 ton produceren. ‘Uitbreiding van de productiecapaciteit doen we het liefst waar we ook tankstations gaan plaatsen. Er hoeft dan minder versleept te worden, en we kunnen zo ook vooral regionaal biorestafval gebruiken.’
Geschikt voor op de Noordpool?
Is de biostookolie van GoodFuels ook geschikt voor gebruik op de Noordpool? CEO Dirk Kronemeijer snapt waar de vraag op slaat. Hij kent de CleanArcticAlliance. ‘We zijn er actief lid van.’ Inzet van die Alliance is om op de Noordpool het gebruik van stookolie te verbieden vanwege de gevolgen van de uitstoot van Black Carbon, de roetdeeltjes die de sneeuw zwart maken en daardoor het verkoelende albedo-effect teniet doen. Kronemeijer aarzelt eerst, zijn brandstof is schoner, maar inderdaad, levert nog steeds roet. 'Je kunt die er met nabehandeling uithalen, maar dat kan ook bij fossiele stookolie. Dus het gebruik van de biostookolie op tochten door de Noordpool is misschien toch niet zo’n goed idee', zo moet hij erkennen.