Speelkaart tussen de spaken
‘Voorsprong door techniek.’ Echt waar?, vraagt redacteur Jim Heirbaut zich af. Dit keer met de elektrische sportwagen van Porsche, de Taycan. Die brengt een verdomd levensecht (benzine)motorgeluid voort. Hoe zit dat?
Dat er in Eindhoven goed geld wordt verdiend, zag ik laatst met eigen ogen op de Kleine Berg. Dit smalle, kronkelende straatje is de laatste jaren omgetoverd tot het hipste van de stad. Zien en gezien worden is er het motto en de boetiekjes met designermode worden er afgewisseld met chique wijnbars en kreeftenrestaurants.
Met oude vrienden drink ik er een wijntje als na elkaar twee Ferrari’s en een Porsche zich stapvoets over de drempels manoeuvreren. We kijken de sexy sportwagens bewonderend na.
Terwijl het diepe, rommelende motorgeluid van de Porsche Taycan tot me doordringt, denk ik ‘Hè!?’ Ik roep naar mijn tafelgenoten: ‘De Taycan is toch elektrisch?’ ‘Ja, klopt’, zegt mijn vriend Mike, ‘maar ze hebben een elektronisch motorgeluid ingebouwd.’
Dat moet ik even op me laten inwerken. Dus Porsche komt jaren na Tesla en Nissan en Renault, ein-de-lijk met een elektrisch model en dan bouwen ze het nepgeluid van een benzinemotor in?
Dat is, hoe zeg je dat in het Nederlands, mind-boggling.
Een stille auto is niet besteed aan onze klanten, denkt de autobouwer uit Stuttgart.
Ik weet dat wij als kinderen, jaloers als we waren op brommerrijders, een speelkaart met een wasknijper vastmaakten aan onze fietsjes. De kaart stak tussen de spaken en bij het rijden gaf dat zo’n lekker knettergeluid.
Dat is wat Porsche doet, bij de Taycan Turbo S — de luxe versie — à raison van 218.000 euro. Een elektronische speelkaart tussen de spaken.
Porsche zelf beweert dat het geluid niet alleen dient om verstokte petrolheads naar het elektrische domein te lokken, maar ook om voetgangers en fietsers te waarschuwen. Immers, de elektromotor zelf maakt weinig geluid en dan blijft alleen nog het geruis van wind en banden over. Een stille auto is niet besteed aan onze klanten, denkt de autobouwer uit Stuttgart.
Het zou best eens kunnen kloppen. Dat er nog een grote markt is voor luidruchtige auto’s bleek een paar dagen nadat ik de Porsche met de nep-vroem zag. Voor het eerst in 36 jaar raasden weer Formule 1-auto’s door de duinen van Zandvoort. Tot genoegen van tienduizenden raceliefhebbers, maar tot ergernis van nog meer omwonenden van het circuit.
Voor hen is het bijna elk weekend prijs. Hun rust wordt telkens ruw verstoord door scheurende motoren of rallyauto’s. Het is de vraag hoe lang de omgeving deze hinderlijke geluiden nog tolereert.
Als ik een tip mag geven: switch zo snel mogelijk naar elektrisch aangedreven auto’s en motoren. Studententeams van over de hele wereld bouwen ze en er is zelfs al een volwaardige raceklasse, waarin de Nederlander Nyck de Vries dit jaar wereldkampioen werd.
Dus racewereld, hoog tijd om de benzinemotor vaarwel te zeggen. En laat dat fopgeluid maar zitten. Voor het lawaai zorgen de racefans wel.
Foto Robert Lagendijk