Luchthavens en luchtvaartbedrijven zijn erbij gebaat als vliegtuigen na aankomst sneller gereed zijn voor vertrek. Met een elektrisch neuswiel is tijdswinst te boeken.

Wereldluchtvaartorganisatie IATA voorspelt dat het aantal luchtvaartpassagiers de komende twintig jaar zal verdubbelen. Dat betekent een toenemende druk op luchthavens om steeds meer vluchten te accommoderen – en op luchtvaart­bedrijven om binnen de harde concurrentiestrijd winstgevend te zijn. Beide zijn gebaat bij een kortere turn-around time, door vliegtuigen na aankomst sneller weer gereed te hebben voor vertrek. ­Volgens het Amerikaanse bedrijf WheelTug is er tijdswinst te boeken door een vliegtuig te laten taxiën met een elektrisch neuswiel.

In de standaardprocedure op luchthavens wereldwijd wordt een vliegtuig vanaf de gate door een pushback truck richting de taxibaan gereden. Daar start het vlieg­­tuig de motoren om vervolgens op ­motorkracht naar de startbaan te taxiën. Aankomende vliegtuigen taxiën op eigen kracht tot aan de gate of worden deels geholpen door een pushback truck. De ­totale pushbackoperatie, inclusief aan- en afkoppelen, duurt gemiddeld zo’n vijf ­minuten, maar kan door verschillende vertragende factoren oplopen tot ­bijna een kwartier. Met WheelTug duurt een gemiddelde pushback slechts een minuut.
 

Zelfstandig naar de taxibaan

Het elektrische neuswiel krijgt zijn energie uit een accupakket dat wordt opge­laden door de auxiliary power unit van het vliegtuig. Hiermee kan de piloot zelfstandig van de gate naar de taxibaan rijden.

Dit bespaart tijd en vermindert het brandstofverbruik en de luchtvervuiling tijdens het taxiën op de grond. Daarnaast vermindert WheelTug het probleem dat vliegtuigen op de grond last hebben van de luchtverplaatsing van elkaars straal­motoren.
 

Goedgekeurde plannen

Na jaren van ontwikkeling en testen heeft de Federal Aviation Administration (FAA) onlangs de certificeringsplannen goedgekeurd voor het inbouwen van WheelTug in Boeing 737NG-toestellen. WheelTug wordt aangeboden als retrofitonderdeel voor bestaande vliegtuigen. Inmiddels hebben zich al zo’n twintig luchtvaartmaatschappijen aan het systeem gecommitteerd, waaronder de KLM.
 


 

Tekst: Paul Schilperoord