Shell stopt olieboringen bij Alaska
Shell staakt het zoeken naar olie in de Noordelijke IJszee bij Alaska definitief, zo heeft het concern bekendgemaakt. Vandaag, 28 september, was de deadline voor het doen van de boring. Shell hekelt de regelgeving in Alaska.
Shell is tot ruim 2 km diep gekomen bij het boren naar de oliehoudende laag in de Tsjoektsjenzee. Er waren indicaties van de aanwezigheid van olie en gas, maar die hadden onvoldoende winningspotentieel, aldus een vanochtend door Shell gepubliceerd persbericht.
Nu had Shell ook geen tijd om verder te zoeken, want de vergunning om naar olie te zoeken liep vandaag af. Shell zal de boorput afsluiten en zijn vloot aan schepen terugtrekken. Het persbericht meldt dat Shell afziet van verdere activiteiten in de ijszee ten noorden van Alaska. Het olie- en gasconcern noemt drie redenen:
+ het teleurstellende resultaat van de boring
+ de hoge kosten
+ de wispelturige regelgeving
Miljarden geïnvesteerd
De kosten zijn inderdaad zeer hoog, Shell heeft tot nu toe zo'n zes tot zeven miljard dollar in zijn Alaska-project geïnvesteerd, onder meer voor het opkopen van de concessies, het doen van voorbereidend onderzoek om alle vergunningen rond te krijgen en operationele kosten. Shell deed in 2012 al eerder boringen, maar moest die toen ook zonder resultaat afblazen.
De operationale kosten zijn aanzienlijk: Shell heeft twee boorschepen ingehuurd, schepen die een eventueel olielek kunnen opruimen en apparatuur bij zich hebben om dat lek te dichten, en vliegtuigen die de ijsgang in de gaten moeten houden, plus al het andere materiaal dat bij zo'n operatie nodig is. De totale vloot omvat 31 schepen, een helikopter en twee vliegtuigen.
Wispelturige regelgeving
Wat Shell vooral dwars zit, is dat het oorspronkelijke plan om de twee boorschepen elk een eigen boring te laten doen, op het laatste moment is gedwarsboomd, terwijl alle vergunningen in principe al waren verleend. Plotseling werd Shell op een regel gewezen dat het vanwege de bescherming van de walrussen niet is toegestaan om gelijktijdig booractiviteiten binnen een afstand van 25 km te verrichten; de twee door Shell geplande boorlocaties lagen precies binnen die afstand. Terwijl het boorschip Polar Pioneer zijn werk heeft gedaan, moest het boorschip Noble Discoverer al die tijd werkeloos toezien.
Vanwege de bescherming van walrussen moest een van de boorschepen werkeloos toezien
De autoriteiten hebben het Shell inderdaad niet gemakkelijk gemaakt. Maar dat is na de olieramp in 2010 met de Deepwater Horizon in de Golf van Mexico alleen maar goed te begrijpen: vóór alles moest worden voorkomen dat zo'n olieramp zich ook in een ijszee zou voordoen. Dus er volgde een streng regelgevingsregime, dat nog eens werd aangescherpt toen bleek dat Shell zijn veiligheidsmanagement in 2012, bij een eerdere boring, niet goed op orde had.
Een van die regels is dat boringen moeten stoppen ruim een maand voordat door de invallende winter ijsgang optreedt. De autoriteiten redeneren daarbij als volgt: mocht er een olielek optreden, dan kost het maximaal 38 dagen om dat lek definitief te dichten, en dat moet vóór het water begin november begint te bevriezen. Dus 28 september is de deadline om naar een oliehoudende laag te boren. De oliemaatschappen hebben vooral deze regel aangevochten, omdat deze het – veel geld kostende – boorseizoen wel erg kort maakt, maar de autoriteiten hebben geen keus.
Shell schrijft nu 3 miljard dollar (2,7 miljard euro) af op het project, plus nog eens ruim 1,1 miljard dollar (1 miljard euro) aan contractuele verplichtingen. Wat het bedrijf met zijn concesies gaat doen, is nog onbekend.