Schaatsen door een wolk van belletjes
In februari gleden op het ijs van Thialf in Heerenveen Nederlandse topschaatsers om beurten door een groene mist van kleine zwevende belletjes. Ze deden mee aan een wetenschappelijk experiment van de TU Delft om met de zogeheten Ring of Fire-meettechniek de luchtweerstand van de schaatsers te bepalen.
Hierbij spuit een machine duizenden minuscule belletjes boven het ijs. De belletjes hebben een diameter van 0,5 millimeter en zijn gevuld met helium. Omdat ze even zwaar zijn als lucht geven de belletjes een goede benadering van de luchtstroming ter plaatse. Groene laserbundels beschijnen de belletjes met een frequentie van vijfhonderd hertz.
‘Zo krijgen we vijfhonderd keer per seconde in beeld waar de belletjes zijn’, legt onderzoeker Wouter Terra van de TU Delft en sportkoepel NOC*NSF uit. ‘Snelle digitale camera’s volgen de verplaatsing van deeltjes.’ Hieruit berekent software het stromingsveld van de lucht achter de schaatser. ‘Daarmee kunnen we de luchtweerstand van de schaatser berekenen.’
Groene wolk
Terra en collega’s lieten elke afzonderlijke schaatser een keer of dertig door de groene wolk rijden om zo de invloed van verschillende manieren van schaatsen te onderzoeken. Een populaire onderzoeksvraag was of een schaatser meer luchtweerstand ondervindt met een arm los of met beide armen op de rug, vertelt Terra.
Met die arm los is een schaatser iets minder gestroomlijnd, maar het zwaaien met die arm zorgt mogelijk wel voor extra coördinatie. ‘Wij leveren alleen de data over luchtweerstand aan de schaatser en coach. Vervolgens besluiten ze zelf wat ze daarmee willen doen.’
Windtunnel op locatie
De Ring of Fire is eigenlijk een soort windtunnel die je op locatie kunt gebruiken. Met één groot voordeel: in een windtunnel moet een sporter stil blijven staan (of wordt vervangen door een model), bij een Ring of Fire-meting kan de schaatser juist voluit bewegen.
Welke schaatsers Terra allemaal door zijn groene mist heeft laten schaatsen, mag hij niet zeggen. ‘We maken de resultaten van onze metingen pas openbaar na de Olympische Spelen van 2022 in Beijing. Dan kunnen we ook vertellen wat de verschillen in luchtweerstand zijn.’
Foto's TU Delft