Er zijn allerlei redenen om het maximale uit een machine te halen, maar twee heel belangrijke zijn oorlog en racen. De dappere idioot in het bovenstaande filmpje treedt in de voetsporen van zijn vader (eveneens een dappere idioot) en gebruikt de brute kracht van een van de beste vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog om ermee racen. En dat gaat kneiterhard.

Het vliegtuig in kwestie speelt in in dit verhaal nogal een rol van betekenis. Het gaat om een North American (zo heet de fabrikant) P51 Mustang. Luchtvaartenthousiastelingen zullen die naam meteen herkennen als een van de meest iconische vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog.
 

Technologisch summum

Dus ja, zoals Steve Hinton Sr. in het filmpje zegt, de Mustangs waren oorlogsvliegtuigen, gebouwd om te doden. Maar ze waren ook indrukwekkend en mooi: het toppunt van wat indertijd technologisch haalbaar was. Ze verschenen laat in de oorlog en behoorden tot de beste jagers. Het bijzondere daaraan is dat ze de laatste - en beste! - van een bepaald type vliegtuigen waren, want nog tijdens de Tweede Wereldoorlog werden (vooral door de Duitsers) straalmotoren ontwikkeld. Daarmee kan je efficiënter en sneller vliegen, dus tegenwoordig zijn straalmotoren de norm.

Maar de Rolls-Royce Merlin, de klassieke zuigermotor waarmee de Mustangs (en vele andere geallieerde vliegtuigen) waren uitgerust, is zo’n beetje het technologische summum van de vliegtuigmotortechniek uit het pre-straalmotortijdperk. Tel daarbij op dat de vliegtuigen in die tijd met de hand gemaakt werden - zonder computers, zoals zoon Steve Hinton Jr. benadrukt - en je hebt een volwaardige mythe.

En mythisch, dat zijn de rammelende kisten waarin de Hintons laag bij de grond rondjes racen. Glimmende, stalen kogels voortgetrokken door loeiende motoren waarin 3600 paardenkrachten zich een weg naar buiten proberen te banen. Vader Hinton vloog ooit 499 mijl per uur. Dat is 803 kilometer per uur. Zoon Steve probeert in het filmpje de 535 mijl te breken; 856 kilometer per uur. Ze tunen de aerodynamica en de motor van het vliegtuig tot het uiterste. Alles staat op springen. De spanning is om te snijden.
 

Die Knotsgekke Kerels in hun Vliegende Kratten

Dit soort luchtraces is nogal een ding in Amerika. Het land heeft een rijke traditie aan luchtraces met iconische, historische vliegtuigen die speciaal voor dat race-doel ontwikkeld zijn. Denk aan de GeeBee of de H1, waarmee tijdens de Reno Air Races jaarlijks om het hardst wordt gevlogen. De snelste toestellen zijn vrijwel allemaal oudgedienden uit de Tweede Wereldoorlog of vlak daarna. Zwaar gemodificeerd, dat wel, kijk maar eens naar onderstaande P51 met een dubbele propellor:
 


Dat die races bloedlink zijn, hoef ik misschien niet te benadrukken. Maar als je per se wilt zien hoe vreselijk mis het kan gaan, dan kan je het onderstaande filmpje kijken. Wees gewaarschuwd: een Mustang van hetzelfde type klapt met een ziekmakende plof in het publiek. Elf mensen kwamen om. Je hoeft niet te kijken.
 


96 procent van de geluidssnelheid

Zo mogelijk nog mythischer dan de Mustang - in ieder geval voor de Britten - is de Spitfire. Ook deze jager was uitgerust met de angstaanjagend krachtige Rolls-Royce Merlin-motor. En omdat de Spitfire er in 1940 in slaagde om de Duitsers te helpen verslaan tijdens de Slag om Engeland, heeft het toestel een bijzonder plaatsje in menig Brits hart. Onderstaande liefhebber herbouwde daarom zelf een Spitfire:
 


Dat Spitfire-filmpje staat er om verschillende redenen bij: ten eerste de opmerking van de piloot dat je niet in een Spitfire vliegt, maar een Spitfire ‘aantrekt’. Dat past volkomen bij de mystiek van het handgemaakte luchtwapen dat vader en zoon Hinton eerder onder woorden brachten. Daarnaast zegt de piloot nog iets opmerkelijks: Spitfires zouden snelheden hebben gehaald tot 96 procent van de geluidssnelheid. In eerste instantie dacht ik niet dat het mogelijk was, maar dat bleek onterecht. In noodduiken tijdens oorlogshandelingen hebben piloten de vliegtuigen tot onwaarschijnlijke snelheden opgezweept. Omdat ze niet officieel gemeten zijn en bovendien tot stand kwamen in een duik, tellen ze niet als snelheidsrecords, maar over het algemeen wordt aangenomen dat ze wel degelijk in die toestellen behaald zijn. 

Lees trouwens ook dit verhaal over de Spitfire ontwerper R.J. Mitchell en zijn innovatieve, goedkope en zeer efficiënte manier van prototypen.