In Duitsland testen onderzoekers van Fraunhofer hoe appelbomen groeien wanneer ze worden overkapt door zonnepanelen. De verwachting is dat de appeloogst even goed zal zijn als zonder panelen, misschien zelfs beter. Daarnaast kan een eigen zonnepark de boer een extra bron van inkomsten bieden.

Het proefproject loopt bij een appelboomgaard in Gelsdorf, twintig kilometer ten zuiden van Bonn, in Rijnland-Palts. Bij Bio-Obsthof Nachtwey heeft het Fraunhofer-Institut für Solare Energiesysteme ISE samen met de fabrikant BayWa r.e. zo’n 9100 vierkante meter aan zonnepanelen opgesteld boven de appelbomen. Tezamen kunnen die, onder de gunstigste omstandigheden, 258 kilowatt aan stroom opwekken.
 

Heftige hagelbuien

Daarnaast bieden de panelen bescherming aan de appelbomen. Die kunnen namelijk last hebben van te veel regen, of zelfs beschadigd raken door heftige hagelbuien, omstandigheden die vaker gaan voorkomen vanwege klimaatverandering. Maar ook te felle zon, in de zomer, is niet goed voor de appelbomen. Zonnepanelen kunnen dat felle zonlicht voor een deel tegenhouden (en omzetten in schone elektriciteit).

Als appelbomen echter te weinig zonlicht krijgen, gaat dat ten koste van de oogst. ‘Appels blijven dan kleiner of krijgen niet die mooie rode blos. Boeren kunnen er dan minder voor vragen’, vertelt Max Trommsdorff, hoofd van de groep Agrivoltaics van het Fraunhofer ISE in Freiburg, die bij het project betrokken is.
 

Kwaliteit en kwantiteit

De centrale vraag van het onderzoeksproject is dan ook: hoe presteren de appelbomen ten opzichte van de standaard manier van verbouwen, zowel in kwaliteit als in kwantiteit. In andere woorden, leveren de bomen even goede appels op en is de oogst ongeveer even groot?

‘Daarbij is het nog wel de vraag waarmee we moeten vergelijken’, vertelt Trommsdorff. ‘Met een appelboomgaard in een open veld, of met appelbomen die onder beschermende netten staan? We hebben voor dat laatste gekozen, om ons agrivoltaïsche systeem te kunnen vergelijken met de nieuwste trends in het beschermen van fruitbomen.’
 

Fel zonlicht tegenhouden

Behalve dat er acht verschillende appelrassen worden bekeken in het project, zijn er ook twee verschillende typen zonnepanelen. Bij het ene zitten de zonnecellen (de blauwe vierkanten van silicium) in lange strips naast elkaar. Bij het tweede type zijn de cellen geordend in vierkante blokken. ‘De panelen laten allemaal evenveel licht door, rond de 45 procent, maar we zijn benieuwd welke beter presteren bij het tegenhouden van het felle zonlicht’, legt Trommsdorff uit. Een derde systeem dat wordt getest, bestaat uit PV-panelen die meedraaien met de zon.
 

 

Meerdere seizoenen volgen

Het project gaat een aantal jaar lopen. De onderzoekers willen minstens in één seizoen gaan meten hoe de appels het doen. ‘De zonnepanelen zijn in de lente van 2021 geïnstalleerd. We hebben nieuwe appelboompjes geplant, dus die leveren nu nog geen appels. Maar volgende zomer willen we de eerste data verzamelen. We hopen uiteindelijk de boomgaard meerdere seizoenen te kunnen volgen, want de verschillen tussen de jaren kunnen enorm zijn.’
 

Frambozen

Het is niet voor het eerst dat fruitbomen een dakje krijgen van zonnepanelen. Eerder ging de Duitse fabrikant van fotovoltaïsche installaties BayWa r.e. al aan de slag bij een Nederlandse producent van frambozen. Ook dat project is, net als het nieuwe onderzoeksproject van het Fraunhofer, een pilot.

De eerste resultaten zijn daar hoopgevend: de schuin opgestelde panelen zorgen in de zomer voor lagere temperaturen bij de frambozenplanten, wat beter is voor de groei. ‘De onderzoekers zagen daar een schoorsteeneffect’, zegt Trommsdorff. Tussen de rijen panelen zitten brede uitsparingen, waardoor de lucht die onder het panelendek is opgewarmd, weg kan.
 

Extra inkomsten voor de boer

De toekomst lijkt dus aan de fruitboomgaarden met een zonnepark erboven. Nog los van de beschermende eigenschappen van de zonnepanelen, kan een agrivoltaïsch systeem voor de boer ook extra inkomsten genereren. Die produceert dan naast appels, voortaan ook groene stroom. Met deze elektriciteit laat hij zijn machines draaien, maar als er wat groene stroom overblijft, kan de boer die het stroomnet op sturen, en zo wat bijverdienen. Een appeltje voor de dorst.



Foto's Fraunhofer ISE.