In tegenstelling tot zon en wind zijn de getijden van de zee een voorspelbare bron van duurzame energie. Om die te benutten, ontwikkelde het Zweedse bedrijf Minesto een soort onderwatervlieger.
 

Eureka is de rubriek voor 'productontwerpen voor morgen' uit het maandblad De Ingenieur.


De Dragon ziet eruit als een vliegtuig, met twee vleugels die vloeiend overgaan in de romp. Achterop zitten een roer en een enkele propeller die een generator in de romp aandrijft om stroom op te wekken. 

De Dragon is beschikbaar in twee varianten. Het kleinere model 4 heeft een vermogen van honderd kilowatt en een spanwijdte van 4,9 meter. Het grotere model 12 van 1,2 megawatt heeft een spanwijdte van twaalf meter. Dit exemplaar weegt dan ook maar liefst 28 ton.


Achtjes draaien

Het besturingssysteem zorgt ervoor dat de Dragon aan een kabel achtjes draait, om zo sneller te kunnen gaan dan de stroomsnelheid in zee. Hierdoor kan het systeem ook tragere zeestromingen benutten van minimaal 1,2 meter per seconde.

In de periode tussen eb en vloed hangt de Dragon in de ‘parkeerstand’ aan de kabel in het water. Zodra de stroming weer in omgekeerde richting op gang komt, gaat de Dragon weer achtjes draaien.



Diepe zeestraat

De Dragon 4 en 12 zijn modulair opgebouwd en kunnen voor transport uit elkaar worden gehaald. Op locatie wordt de onderwatervlieger in elkaar geschroefd en door een boot naar de locatie op zee gesleept.

Een installatie kan bestaan uit een of meer exemplaren. In februari werden de eerste twee Dragon 4’s geïnstalleerd in een vijftig meter diepe zee­straat bij de Faeröer. Ter plekke zijn daar vernauwingen waardoor de stroomsnelheid van het zeewater hoger ligt.

De Dragon 4’s zijn onderdeel van de Zweedse energiemix die in 2030 volledig duurzaam moet zijn.


Tekst: Paul Schilperoord
Beeld: Minesto