Als we de zorg betaalbaar willen houden en toekomstklaar willen maken, moeten zorginstellingen meer doen om nieuwe technologieën in te voeren. Dat vindt Richard Bussink, expert op het gebied van digitale zorg bij accountants- en adviesorganisatie EY.

Met e-health kan een patiënt eenvoudig online een afspraak maken, videoconsulten houden met een huisarts of specialist, en chatten over die ene, ietwat gênante vraag zonder in beeld te komen. Ook kan de zorgverlener meekijken bij spoedvragen, een eerste diagnose stellen en op afstand zorg bieden met behulp van sensoren, wearables en robotica, ondersteund door slim medicatiebeheer. Tot slot heeft de patiënt online toegang tot een persoonlijk zorgdossier met zorggegevens van verschillende zorginstellingen.

Het zijn innovaties waar het publiek op zit te wachten. 60 procent van de patiënten zou bijvoorbeeld graag via videobellen overleggen met een arts. Toch biedt slechts 3 procent van alle zorginstellingen en zorgverleners deze optie aan; een percentage dat bovendien nauwelijks groeit. Het is typerend voor de trage adoptie van e-health. Terwijl men in andere Europese en Afrikaanse landen wél nieuwe zorgtechnologie omarmt, doen we het in Nederland nog te vaak ouderwets en inefficiënt.

 

Fnuikend

De langzame invoering van e-health heeft een aantal oorzaken. Het zorgstelsel in Nederland stimuleert zorginstellingen niet om met nieuwe zorgtechnologie kosten te besparen. Dat gebrek aan financiële prikkels fnuikt innovatie. Daarnaast heeft de medische wereld een andere organisatiestructuur dan het bedrijfsleven. Chirurgen, radiologen en anesthesisten hebben meer autonomie dan medewerkers bij een profit-organisatie, oftewel: er zitten vele kapiteins op een schip.

We kunnen het ons echter niet veroorloven zo lang te wachten met e-health. De zorguitgaven blijven stijgen, veel meer dan je zou verwachten bij een vergrijzende bevolking. Bovendien dreigt er een groot tekort aan zorgprofessionals. Om het stelsel betaalbaar te houden, moet er een ommekeer komen: meer focus op preventie. Daarbij kan e-health een grote rol spelen. Dan moet wel iedereen toegang krijgen. Nu zijn er her en der wat pilots die maar een klein deel van de mensen helpen. De complexiteit van het zorgstelsel en de zorginstelling maken het vervolgens erg moeilijk om een succesvolle pilot op te schalen. Om daar iets aan te doen, zijn er een aantal mogelijkheden. Als zorginstellingen meer samenwerken, is er een grotere kans dat een pilot daadwerkelijk tot iets leidt.

 

Spotify

Daarnaast moet het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport nog meer sturen op innovatie. Inmiddels is voor iedereen wel duidelijk dat de e-healthrevolutie zich in Nederland te langzaam voltrekt, zeker als je een vergelijking maakt met andere sectoren. Volgens het CBS steeg in de detailhandel de Nederlandse online verkoop in 2016 met 19 procent, terwijl de omzet van de gehele sector met minder dan 2 procent groeide. Netflix heeft in ons land 2 miljoen betalende abonnees, Spotify bereikt 3,3 miljoen Nederlanders. En om te illustreren hoe snel de adoptie van nieuwe technologie kan gaan: het bedrijf achter de sportapp Strava geeft aan dat het wereldwijd per 45 dagen een miljoen nieuwe gebruikers verwelkomt.

Nu is het tijd om ervoor te zorgen dat e-health een vergelijkbare groei gaat doormaken. Alleen als iedereen samenwerkt, lukt het om de zorg ook in de 21ste eeuw betaalbaar en van hoge kwaliteit te houden.

Richard Bussink is Senior Manager Health Advisory, Digitale Transformatie bij accountants- en adviesorganisatie EY.