Ook niet aan internet verbonden computers worden op grote schaal afgeluisterd door de Amerikaanse veiligheidsdienst NSA.


De NSA vermomt zendertjes als geheugensticks of verstopt ze in kabels, waardoor de gebruiker zonder het te weten zijn computer via een radiokanaal open stelt. Vermoedelijk door gebruik te maken van een kortere golflengte is het bereik van de zender veel hoger dan die van wifi. Tot op dertien kilometer afstand kan de computer worden afgeluisterd.

De onthulling van de Times, gebaseerd op documenten uit 2008 van klokkenluider Edward Snowden, bevestigt wat velen vermoedden. De Duitse beveiligingsexpert Jacob Appelbaum gaf in december al een presentatie waarin hij de verschillende technologieën uit de doeken deed.

Het opmerkelijkste is niet zozeer de techniek als wel het gegeven dat de Amerikanen er op grote schaal in slagen de zenders in de computers van hun doelwitten te frommelen. Die doelwitten zijn onder meer Chinese en Russische overheden, Mexicaanse drugskartels en Europese handelsorganisaties. Enkele jaren geleden werd het Iraanse atoomprogramma het slachtoffer van een virus, Stuxnet, dat via usb-sticks in cruciale computers belandde.

Naast zenders die de computer ongemerkt met internet verbinden, heeft de NSA ook andere afluisterhardware in zijn arsenaal. Zo maakt de dienst gebruik van radarreflectoren om toetsenborden en schermen af te luisteren, een miniatuurversie van de technologie waarmee de Russen in de jaren veertig pionierden om de Amerikaanse ambassade te bespioneren. Omdat de reflectoren passief zijn (alleen iets doen als er een radarsignaal op wordt gericht), zijn ze nauwelijks op te sporen.(cj)