La Paz, de hoofdstad van het bergachtige Zuid-Amerikaanse land Bolivia, gaat zes nieuwe kabelbanen aanleggen als onderdeel van het openbaar vervoer in de stad. De huidige gondels zijn zeer populair, omdat ze mensen snel en betrouwbaar van de stad naar de hoger gelegen buitenwijken brengen.

Bolivia heeft een paar van de hoogste toppen van de Andes binnen zijn grenzen. De hoofdstad La Paz ligt uitgespreid tegen berghellingen en de grootste buitenwijk El Alto bevindt zich op een hoogvlakte. Wie van het centrum naar de buitenwijk moet, was vroeger aangewezen op volgepropte minibusjes die over haarspeldbochten omhoogkruipen – een tocht van een uur. Die busjes zijn er nog wel, maar de inwoners van La Paz hebben er sinds een paar jaar een comfortabeler alternatief bij: een kabelbaan die hen in twintig minuten naar de plaats van bestemming brengt.

Langste netwerk

Met drie lijnen, waarvan twee tussen het centrum en El Alto heeft La Paz al het langste stedelijke kabelbanennetwerk ter wereld (en het hoogst gelegen). Daar doet Bolivia nu nog een schepje bovenop. Het staatsbedrijf Mi Teleférico (‘Mijn Kabelbaan’) laat zes nieuwe lijnen aanleggen, die de totale lengte van het netwerk op 30 km brengen. De nieuwe kabelbanen moet per uur zo’n 27.000 reizigers vervoeren.

Kabelbanen voor forenzen

La Paz kiest nadrukkelijk voor kabelbanen om zijn forenzen te vervoeren, omdat de wegen vol zijn en het ondergronds aanleggen van een metro niet te doen is, met de steile hellingen en ondergrondse rivieren. De nieuwe zes kabelbanen gaan ongeveer 450 miljoen dollar (euro) kosten. Het arme Bolivia kan deze investering doen mede dankzij recente inkomsten uit mijnbouw en aardgas.

De eerste van de zes kabelbanen moet klaar zijn in 2017. De kabelbanen in La Paz worden aangelegd door het Oostenrijkse Doppelmayr, een bekende naam in de skigebieden van Europa.