Onderzoeksinstituut TNO heeft deze week een laboratorium voor zeewier geopend. Het zeewier kan daar uit elkaar worden gehaald voor onderzoek naar biobrandstof, voeding en textiel.

Het lab kan vijftig kilo zeewier per dag drogen en scheiden in mineralen, suikers en eiwitten. Die bestanddelen onderzoekt TNO daarna verder om het zeewier beter te leren kennen en toepassingen dichterbij te brengen.

Zeewier is een veelzijdig gewas. Het groeit snel en het neemt geen kostbare landbouwgrond in. De toepassingen zijn legio: van medicijnen tot biobrandstof. Niet voor niets groeit het aantal Nederlandse zeewierboerderijen. Eind dit jaar komt er bijvoorbeeld een bij van een hectare groot. Die is van The Seaweed Company, een Nederlands bedrijf dat voor de kust van Ierland aan de slag gaat.

Voedsel is winstgevend

Vooralsnog richten de meeste zeewierboerderijen zich op de voedselmarkt. Daar levert het zeewier meer op, waardoor de boerderijen (die vaak kleinschalig zijn en relatief veel werk vragen, omdat alles nieuw is) geld kunnen verdienen. Maar The Seaweed Company wil haar boerderij snel opschalen naar tientallen hectares, en dan zou biobrandstof een mogelijke toepassing zijn.

TNO wil onderzoeken hoe je wier het beste omzet in efficiënte, semi-duurzame brandstof. Het insituut rekent voor dat 8 tot 9 % van de Noordzee omtoveren tot zeewierboerderij genoeg energie kan leveren voor 85 % van de Nederlandse huishoudens. Nu valt te bezien of bijna 10 % van de zee ombouwen tot boerderij realistisch is (scheepvaartroutes komen in de problemen, offshore-zeewier oogsten is tijd- en geldrovend), maar het laat de potentie zien.

 

Uit elkaar halen

Ook zal bij het zeewierlab bijvoorbeeld blijken of het mogelijk is om één stukje zeewier voor meerdere doelen te gebruiken. Ook The Seaweed Company denkt daar aan. Als de suikers en eiwitten voor voedsel dienen, kan het overgebleven deel een reactor in om biogas te maken. Dan gebruik je elk deel van het wier zo goed mogelijk.