MARIN luidt noodklok
Als de overheid niet méér investeert in maritiem onderzoeksinstituut MARIN, dan komt het broodnodige toegepast onderzoek in de knel. Dat zegt directeur Bas Buchner van MARIN. Het instituut presenteerde gisteren zijn toekomstvisie ‘Better Ships, Blue Oceans’.
In die toekomstvisie valt te lezen op welke maatschappelijk uitdagingen MARIN zich samen met de maritieme sector wil richten.
‘Schoon en veilig transport over het water en duurzame energiewinning op zee vragen om kennis en innovatie’, zegt MARIN-directeur Bas Buchner (persbericht, pdf-bestand). ‘Hoe krijgen we emissieloze schepen, hoe voorkomen we ongelukken met passagiersschepen en hoe zetten we de zee in bij de energietransitie? Onze drijvende oplossingen voor steden en havens bieden ruimte in tijden van zeespiegelstijging en overbevolking.’
Dalende overheidsbijdrage
Uitdagingen genoeg dus, maar MARIN heeft het moeilijk. Dat komt vooral door een steeds dalende bijdrage van de overheid aan het budget; de Rijksbijdrage is gedaald tot slechts 7 %. Dat is veel te laag, constateerde onlangs ook een onafhankelijke commissie die het onderzoek van MARIN (maar ook van TNO, ECN, Deltares en NLR) tegen het licht hield. Die commissie prees MARIN om het hoge niveau: ‘De kwaliteit en de impact van het MARIN-onderzoek behoren nu nog tot de wereldtop.’
Vroege innovaties
Volgens de commissie zou minstens 15 tot 20 % van de omzet van MARIN (45 miljoen euro, op 375 werknemers) van de overheid moeten komen, zodat het instituut vroege innovaties kan doen waar de maritieme sector en de maatschappij in de toekomst van kunnen profiteren. Buchner: ‘Dat aandeel zou helemaal niet vreemd zijn. Vergelijk het met Fraunhofer in Duitsland, dat zit op een overheidsbijdrage van boven de 60 %.’
Simulatiecentrum
MARIN wil graag een state-of-the-art simulatiecentrum inrichten: het Seven Oceans Simulator (SOS) centrum, dat de huidige simulatoren moet vervangen. ‘Achter de schermen is de techniek daarvan op topniveau, maar de brug waarop simulaties plaatsvinden ziet er nog uit als op een schip uit de jaren negentig. Die moet vervangen worden. Verder heeft de huidige brug in de simulator een 360 graden zicht rondom; dat willen we uitbreiden tot een bolvorm, zodat je ook omhoog en omlaag kunt kijken’, vertelt Buchner.
Land van scheepvaart
De nieuwe simulatoren moeten gaan bijdragen aan het verhogen van de veiligheid in de scheepvaart, aan het ontwikkelen van effectieve marineschepen en aan het ontwikkelen van autonome – zelfvarende – schepen. Buchner: ‘We zijn een land van scheepvaart en dat willen we graag zo houden. Maar dan moet de overheid wel een visie daarover ontwikkelen. Zo veel vragen we ook niet aan het Rijk: 10 miljoen euro per jaar. Dat is voor Den Haag niet zo veel, maar voor ons maakt dit het verschil.’
Tweede Kamer
De Tweede Kamer heeft de noodoproep van MARIN gehoord en heeft de regering via een motie begin dit jaar unaniem gevraagd een plan uit te werken om de financiering van het instituut substantieel te verhogen. 'Wat er nu achter de schermen gebeurt in Den Haag weten we niet, maar het is erg stil en de enkele signalen die we wel krijgen, stemmen niet hoopvol’, zegt Buchner.
Als Nederland niet uitkijkt, gaan andere landen ons in volle vaart voorbij op het gebied van maritieme kennis, waarschuwt Buchner. ‘Nu zijn we nog het grootste onafhankelijke maritieme onderzoeksinstituut ter wereld. Maar Noorwegen investeert 450 miljoen euro in het Ocean Space Centre bij Trondheim en de Vlaamse overheid bouwt bij Oostende een testfaciliteit voor ruim 30 miljoen euro. De Nederlandse overheid moet inzien dat je op zee gewoon goed geld kunt verdienen. Maar dan moet je wel investeren in kennis.’
Openingsbeeld: schets van een toekomstig offshore-windmolenpark, waar direct waterstof wordt geproduceerd. Al het beeldmateriaal MARIN.