Komt katoen over een tijdje uit Europa? Als het aan kledingproducent G-Star ligt wel. Dat deed samen met Wageningen University & Research proeven met het verbouwen van katoenplanten in een kas. Dat lijkt namelijk duurzamer te zijn dan hoe katoen nu wordt verbouwd.


Update 20 juni: het artikel is aangevuld (onderaan) met de reacties van G-Star.


Katoen is geen kieskeurig plantje, maar voor het verbouwen ervan zijn wel warme weersomstandigheden nodig. Daarom wordt het gewas nu vooral verbouwd in de Verenigde Staten, Oezbekistan, China, India, Brazilië, Pakistan en Turkije. Dat zorgt voor ingewikkelde toeleveringsketens, met enorme afstanden die halffabrikaten en eindproducten moeten afleggen voordat ze bij de klant aankomen.

Het verbouwen van katoen neemt veel ruimte in beslag en de planten gebruiken veel water. Om een kilogram katoen te produceren, is zo’n tienduizend liter water nodig. Met het toenemende watertekort, gecombineerd met een toenemende wereldvraag naar deze grondstof voor textiel, wordt de behoefte aan duurzamer geproduceerd katoen steeds groter.
 

Katoenplanten in de kas

Dit was voor de Nederlandse kledingproducent G-Star en Wageningen University & Research (WUR) aanleiding om samen met Dutch Cotton een onderzoeksproject te starten naar het verbouwen van katoenplanten in de kas. Op het kassencomplex van de WUR in Bleiswijk, Zuid-Holland, richtten ze een experiment in.

Zes maanden lang bestudeerden onderzoekers katoenplanten die groeiden in de kas. Ze keken daarbij naar de kwaliteit, de opbrengst en de eigenschappen van de verkregen katoenvezels. Daarnaast vergeleken ze de milieu-voetafdruk van het proces met de traditionele methoden van katoen verbouwen.
 

Het kassencomplex van WUR bij Bleiswijk. Foto WUR

 

90 procent minder water nodig

Door zogeheten precisie-irrigatie toe te passen, was veel minder water nodig. Voor een kilogram katoen was zo’n 9200 liter minder water nodig dan wanneer de planten op de koude grond werden verbouwd – een reductie van ruim 90 procent. ‘Dat was de grootste verrassing van dit onderzoeksproject: hoeveel katoen je kunt verbouwen met hoe weinig water’, aldus specialist gewassen Filip van Noort van de WUR in een persbericht van G-Star.
 

Zoninstraling

Het energieverbruik werd zoveel mogelijk beperkt door zoninstraling de kas te laten verwarmen. Het groeiseizoen wordt zo verlengd tot in november, zonder extra verwarming of verlichting te hoeven inzetten.

Maar de grootste belofte is misschien wel dat de katoenplanten in de kas veel groter groeiden dan op land. ‘De planten groeiden tot vier meter hoog en produceerden 5 tot 23 keer meer katoen’, meldt het persbericht.
 

WUR-onderzoeker Filip van Noort aan het werk in de kas. Foto WUR


Schoner en witter

De afgesloten omgeving die een kas is, levert nog meer voordelen op. De katoenvezels hebben geen last van vuil of opspattend modder, en blijven dus schoner en witter. En ongedierte en plantenziekten krijgen geen kans in de kas. Pesticiden zijn niet meer nodig.
 

Textiel in Nederland vervaardigd

Het lijkt erop dat de betrokken partijen voorsorteren op een toekomst waar textiel in Nederland wordt vervaardigd. Samen met toeleveranciers heeft G-Star namelijk het verbouwde katoen verwerkt tot spijkerstof en daarvan de, naar eigen zeggen, allereerste lokaal ingekochte en geproduceerde spijkerbroek van Nederland gemaakt.

Hierbij werd elk onderdeel van de katoenverwerking en productie van het kledingstuk in Nederland voltooid, van het verwijderen van de zaden uit het geplukte katoen (‘egreneren’) tot het spinnen, weven, naaien, verven en afwerken. Voor alle vervoer tussen lokale toeleveranciers werden elektrische voertuigen gebruikt, om de kortst mogelijke toeleveringsketen met de minste milieu-impact te krijgen.
 

‘Product volledig lokaal maken’

‘Dit onderzoek stelt ons in staat om de manier waarop de hele industrie is ingericht te heroverwegen’, zegt chief product officer Willeke Hendriks van G-Star RAW in het persbericht. ‘Dat is precies wat we moeten doen om nieuwe en effectieve manieren te vinden om samen onze impact op de planeet te verminderen.’

Het volledige onderzoeksrapport van G-Star en de WUR is Het volledige rapport is te downloaden op de website van de kledingfabrikant.



Reacties van G-Star

Jullie hebben het over 'het verkorten van de toeleveringsketen'. Betekent dit dat in de toekomst ook spijkerbroeken (en ander textiel) weer in Nederland of Europa worden geproduceerd?
‘We hebben onderzocht of katoen uit broeikassen het potentieel heeft om de hele sector te verbeteren. De resultaten waren boven verwachting en daarom hebben we toegezegd om te investeren in een nieuwe onderzoeksfase om de schaalbaarheid van deze innovatie te onderzoeken, met als doel om het klaar te maken voor daadwerkelijke implementatie door de industrie. Deze kassen kunnen overal worden opgezet, niet alleen in Nederland. Maar het biedt inderdaad de mogelijkheden om kledingstukken ook volledig in Nederland te maken.’

Hoe is het financiële plaatje van katoenteelt in een kas vergeleken met de teelt op de koude grond?
‘Het is nog te vroeg om de financiële vergelijking te maken tussen conventioneel katoen en katoen in een kas, maar zoals bij elke innovatie hangen de uiteindelijke kosten af van hoe breed de innovatie wordt overgenomen en toegepast, en of de industrie bereid is om te investeren. En precies dáarom zijn we niet gestopt na deze eerste fase, maar zullen we investeren in een tweede onderzoeksfase die moet leiden tot opschaling en implementatie.’

Betekent het gebruik van kassen dat het hele jaar door katoen verbouwd kan worden? Met verwarmde kassen in de winter?
‘Jazeker! Dat wordt inderdaad mogelijk als je verwarming en verlichting inschakelt. Daarvoor is echter wel meer (zonne)energie nodig. Maar goed nieuws: je blijkt tegelijkertijd het water- en landgebruik te kunnen verminderen en de opbrengst aanzienlijk te verhogen. Oftewel de voordelen wegen op tegen het nadeel van het gebruik van meer energie.’

 

Openingsbeeld: katoenplantje in de kas van WUR. Foto's WUR