Met De Kesslers schreef historicus Jeroen Koch, verbonden aan de Universiteit Utrecht, een boeiende ‘familiegeschiedenis in olie en staal’. Vijf vragen aan de auteur.      
 

Waarom heeft u dit boek geschreven?
‘Zoals vaker ben ik gevraagd. Aanvankelijk ging het om een biografie van ingenieurs August, Dolph en Guus Kessler, medegrondleggers van zowel Koninklijke Shell als Hoogovens. Het werd een geschiedenis van de Nederlandse burgerij aan de hand van de familie Kessler, die behalve ingenieurs en ondernemers, ook natuurkundigen, pedagogen, artsen, juristen en diplomaten telde.’

Jeroen Koch. Portret: Froukje Vernooij

Voor wie is het boek bedoeld? 
‘Voor iedereen met belangstelling voor de moderne geschiedenis van Nederland en Nederlands-Indië en voor de weinig fraaie rol van het grote bedrijfsleven in de koloniën en wereldwijd. Maar ook voor wie interesse heeft voor de burgerlijke cultuur in brede zin. Voor de wijze waarop Europeanen hun hardvochtige exploitatie van de koloniën rechtvaardigden als het brengen van vooruitgang. Voor de manier waarop kapitalisme, democratie en de rechtsstaat in Europa de crises van wereldoorlogen, grote depressie en politiek radicalisme doorstonden, en voor de pogingen, zodra rijkdom was verworven, betekenis te geven aan het bestaan.’     

Wat fascineert u in het onderwerp?
‘De sterke contrasten. De Kesslers werden binnen twintig jaar puissant rijk. Ze bedreven charitas in Europa én Indië met middelen verkregen door uitbuiting van spotgoedkope en rechteloze Javaanse en Chinese arbeiders. Daarnaast was er de kloof tussen verwachtingen en realiteit van ondernemerssucces en huwelijksgeluk, van welvaartsgroei en milieuschade.’
 
Wat heeft u geleerd tijdens het schrijven?
‘Dit verhaal illustreert hoe sterk opvattingen over wat als vooruitgang telde, kunnen veranderen. Kolonialisme, petroleum­exploitatie en staalproductie of welvaartsgroei, consumentisme en automobilisme: we denken er nu radicaal anders over dan anno 1900 of 1950. Ik heb geprobeerd me te onthouden van gemakkelijke oordelen achteraf over het alledaagse racisme en de vanzelfsprekendheid waarmee Europeanen deden of de wereld van hen was.’     
 
Waarom zouden ingenieurs dit boek moeten lezen? 
‘De socioloog Jacques van Doorn typeerde het koloniale streven in Nederlands-Indië eens als een project van ingenieurs uit Delft en Wageningen. Juist zij gaven uitvoering aan de modernisering van de koloniale staat en samenleving. In dit oordeel schuilt veel waars, zoals ook De Kesslers laat zien. Zonder ingenieurs in Indië minder of geen Nederlandse welvaart. En zonder ingenieurs geen oplossingen voor de eveneens in het boek beschreven milieuschade die petro­leum en staal hebben veroorzaakt.’


De Kesslers. Een familiegeschiedenis in olie en staal
Jeroen Koch | 496 blz. | € 32,50 | e-boek € 23,90 
 
Foto boven:  Oliebronnen in Pangkalan Brandan, in de huidige Indonesische provincie Noord-Sumatra. Bron: Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde en Universiteitsbibliotheek Leiden/Wikimedia Commons