Isolatieschuim van houtpulp
Voor isolatieschuim gebaseerd op petrochemische plastics is er een aantrekkelijke alternatieve grondstof: hout. Het schuim is gemakkelijk te verwerken en volledig recyclebaar.
Het houtschuim dat het Fraunhofer Institut ontwikkelde heeft dezelfde eigenschappen als de varianten op basis van petrochemische grondstoffen. Het bewerken gaat zelfs nog beter dan bijvoorbeeld piepschuim (geëxpandeerd polystereen) omdat het minder verbrokkeld en zich gemakkelijk laat zagen of schuren.
Om het schuim te maken wordt het hout eerst heel fijn vermalen tot een vloeibare pulpmassa. Vervolgens wordt een gas toegevoegd om schuim te vormen en dat te laten uitharden. Dit uitharden maakt gebruik van stoffen die al in het hout aanwezig zijn. De methode is vergelijkbaar met hoe deeg in een oven rijst en hard wordt. Eenmaal gebruikt kan het materiaal in de papierbak of weer tot pulp worden vermalen.
Het voordeel van het houtschuim boven houtvezelplaten of houtwol is dat het minder gemakkelijk deformeert, onder andere doordat het minder gevoelig is voor vocht.
De onderzoekers van Fraunhofer gaan nu na wat de meest geschikte houtsoort is en hoe het productieproces industrieel kan worden opgezet. Met het houtschuim wonnen ze eerder dit jaar een Duitse GreenTec Award.
Houtpulp is overigens niet het enige alternatief voor op petrochemie gebaseerd isolatieschuimen als polyurethaan, polystyreen, polyvinyl chloride (PVC) en polyethyleen tereftalate (PET). Er zijn ook schuimen gemaakt op basis van bijvoorbeeld cellulose en zwamvlokken.