In het Medisch Spectrum Twente hebben twee patiënten een klein implantaat gekregen om de hersensignalen continu te meten. De implantaten zijn deel van een onderzoek naar een behandelmethode van epilepsie.

De aandoening epilepsie staat bekend om de hevige aanvallen die een patiënt kan ervaren door een tijdelijke korsluiting in delen van de hersenen. Een veel voorkomende behandeling is met medicijnen, maar niet voor iedere patiënt is dit effectief. 

Daarom zijn er ook alternatieven zoals nervus vagus stimulatie  (NVS), een behandelmethode waarbij een elektrode rond een zenuw (de nervus vagus) in de hals wordt geplaatst (Lees ook: ‘Maakt bio-elektronica medicijnen overbodig?’). Door de zenuw in de hals elektrisch te prikkelen wordt het gebied in de hersenen gestimuleerd dat actief is tijdens de aanval. 

 

Achter het oor

Ook deze behandelmethode is niet bij alle patiënten effectief. ‘Ieder jaar krijgen we ongeveer zestig mogelijke patiënten voor NVS in dit ziekenhuis’, zegt Michel van Putten, neuroloog en onderzoeker bij het MST en de UT. ‘Voor zo’n twintig patiënten uit die groep heeft deze behandelmethode helemaal geen effect.’ 

Een onderzoeksteam van ziekenhuis Medisch Spectrum Twente (MST), de Universiteit Twente (UT) en de Stichting Epilepsie Instellingen Nederland, Zwolle, ontwikkelt daarom een methode die kan voorspellen of NVS geschikt is als behandeling of niet. Hierbij brengen de onderzoekers een klein implantaat in bij de patiënten achter het oor, dat continu een EEG (elektro-encefalografie) maakt van de elektrische activiteit in de hersenen. Met een draadloze verbinding is de data uit het implantaat te exporteren zodat de onderzoekers deze kunnen analyseren. Zo leggen ze deze activiteit over langere tijd vast om die te onderzoeken. 

 

Indicatoren

Het implantaat registreert zowel voor als na het inbrengen van de NVS-elektrode de hersenactiviteit. ‘We kunnen daarmee betrouwbaar meten hoeveel aanvallen er voor en na de behandeling zijn geweest’, zegt Van Putten. 

De onderzoekers hopen een verband te vinden tussen de hersensignalen en de effectiviteit van de behandelmethode. ‘De kleine activiteiten die wijzen op de vorm van epilepsie vinden soms wel meerdere malen per dag plaats’, zegt Van Putten. ‘We zullen het implantaat maandenlang alles laten registeren, om handmatig deze data te analyseren kost te veel tijd.’ Daarom gebruiken de onderzoekers een algoritme dat de signalen analyseert met behulp van kunstmatige intelligantie. 

Daarnaast hopen de onderzoekers in de hersenactiviteit ook indicatoren te vinden die kunnen voorspellen of de patiënt een aanval ontwikkelt of niet.

 

Kinderen

In totaal wil het team veertig epilepsiepatiënten onderzoeken. De onderzoekers overwegen ook gebruik van het implantaat bij het verbeteren van de behandeling van sommige vormen van epilepsie bij jonge kinderen. ‘Normaliter moet de patiënt bijhouden hoeveel aanvallen er zijn geweest, iets wat heel jonge kinderen niet altijd goed kunnen aangeven’, zegt Van Putten. ‘Bij een deel van deze kinderen worden daarom EEG’s gemaakt om de behandeling met medicijnen te evalueren. Het implantaat inbrengen heeft een relatief lage belasting en geeft de behandelend neuroloog dan de mogelijkheid om de hersenactiviteit constant te monitoren.’ 

 

Beeld: Michel van Putten