Gisteren heeft in Geleen het jonge bedrijf Vertoro een nieuwe installatie in gebruik genomen die de afvalstof lignine verwerkt tot een veelzijdige ‘groene olie’. Die kan dienen als grondstof voor bioplastics, chemicaliën en brandstoffen. De installatie maakt deel uit van een proeffabriek op de Brightlands Chemelot Campus.

Houtafval, zaagsel en afval van de papierverwerkende industrie hebben één ding gemeen: het afval bevat eigenlijk nog een hoop nuttige stoffen. Een daarvan, lignine, is interessant om terug te winnen, zo lieten verschillende bedrijven al zien. 

De startup Vertoro (speels verwijzend naar de Spaanse vertaling ‘groen goud’), voortgekomen uit de Technische Universiteit Eindhoven, pakt het weer net anders aan. Het heeft een proces ontwikkeld om uit lignine een veelzijdige olie te maken.
 

300 liter 

Dat proces werkte al goed in een laboratoriumomgeving, en sinds gisteren heeft het bedrijfje het proces draaiend in een reactor van driehonderd liter groot (persbericht). ‘Deze stap wordt door sommigen wel de belangrijkste genoemd. Als je het op deze schaal niet werkend kunt krijgen, kun je een grote fabriek ook wel vergeten’, zegt Dannie van Osch, chief business officer van Vertoro.

De proefreactor is gebouwd door Brightlands Chemelot Campus en Chemelot InSciTe. Hij is onderdeel van de Multi Purpose Pilot Plant op de campus in Geleen. Dit is een proeffabriek waar ondernemers samen met onderzoekers chemische processen en innovatieve materialen kunnen testen en in beperkte hoeveelheden produceren. De proeffabriek is relatief eenvoudig om te bouwen en geschikt te maken voor andere productieprocessen. 'Dit heeft ons veel geld en tijd gescheeld; anders hadden we dit helemaal van de grond af aan moeten opbouwen', zegt Van Osch.

 

Koffie

Het proces van Vertoro heeft wel iets weg van het zetten van koffie. Lignine wordt in poedervorm in de reactor gebracht samen met een oplosmiddel (biomethanol of bioethanol), waar de temperatuur vervolgens oploopt tot een graad of tweehonderd. Na een halfuurtje roeren, mag het geheel afkoelen. Wat dan overblijft in de reactor is een mengsel dat twee soorten stoffen bevat: een vast gedeelte van de lignine die niet is opgelost, en een vloeibaar gedeelte van kortere lignineketens in oplosmiddel. 
 

Dannie van Osch van Vertoro in de proeffabriek in Geleen.


Scheepvaart en biljartballen

Na het zeven van dit mengsel blijft een olie over die voor verschillende doeleinden te gebruiken is. Die zijn grofweg onder te verdelen in brandstoffen, chemicaliën en materialen. ‘Voor in auto’s is onze olie niet zuiver genoeg, dus we richten ons voor de brandstof eerst op de scheepvaartsector, ook een grote markt’, zegt Van Osch. Daar worden de eisen steeds strenger, maar ‘we kunnen ervoor zorgen dat de lignine die we gebruiken geen zwavel bevat. Dan zit die stof ook niet in de brandstof voor schepen.’

Ten tweede kan de lignineolie een grondstof zijn voor tal van chemicaliën, zoals fenolen. Die vormen de basis voor materialen, zoals fenolharsen, waarvan harde kunststoffen gemaakt worden, die je terugvindt in laminaat op de vloer of in biljartballen. 

Een andere route is om polyolen (een familie van chemische stoffen) aan de lignine toe te voegen, waardoor je de biologische grondstof voor polyurethaan krijgt. Dat is het materiaal waarvan nepleer wordt gemaakt en andere rekbare stoffen voor kleding. ‘Ook zijn we bezig met een bedrijf dat kunststof kozijnen van onze grondstof wil maken.’
 

Zweden

De proefreactor op de Brightlands Campus in Geleen draait dus, maar Vertoro is alweer bezig met de volgende stap. In het Zweedse stadje Örnsköldsvik bouwt het samen met het Zweedse bedrijf Sekab een grotere fabriek op ‘demoschaal’, een stap verwijderd van volwaardige fabriek. Die fabriek moet vanaf 2021 biobrandstof uit lignine gaan maken, bestemd voor grote schepen. Van Osch: ‘Als we in de toekomst dan evenveel bomen terugplanten, dan hebben we een CO2-neutraal proces gecreëerd.’
 

Foto's: Jonathan Vos