De overheid heeft besloten dat Nederlandse woningen in 2050 niet meer met fossiel aardgas mogen worden verwarmd. Bij nieuwbouw is dit relatief gemakkelijk te regelen, maar hoe pakken we de miljoenen bestaande woningen aan?

Er was eens een landje aan de Noordzee. Dat kleine, eigenwijze land had het grote geluk dat er een enorme gasbel in de bodem zat. Met dat aardgas konden de Nederlanders jarenlang douchen, hun huizen knus verwarmen en de aardappelen, groenten en vlees bereiden. Dankzij die toevallige aardgasvoorraad konden in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw ook die vieze kolen de deur uit. Leve de vooruitgang!

Inmiddels is het 2019 en is de aardgasdroom ten einde. Het is duidelijk geworden dat het verstoken van fossiele brandstoffen uit de bodem de temperatuur op aarde te veel verhoogt en dat heeft allerlei desastreuze gevolgen. Daarnaast pikken we het niet meer dat de Groningers moeten wonen op grond die regelmatig beeft. Jarenlang heeft de BV Nederland geprofiteerd van het Groningse gas, maar daar hebben de bewoners ter plekke weinig méér voor teruggekregen dan scheuren in hun huizen. En dus heeft de Nederlandse regering besloten dat ons land in 2050 geen fossiel aardgas meer zal gebruiken. Op weg daarnaartoe is er een tussenstop: in 2030 moeten al 1,5 miljoen woningen van het aardgas af zijn gehaald. Een enorme opgave.
 

Beste oplossingen

Van het gas af dus. Hoe doe je dat slim? Hoe pak je het op een verantwoorde manier aan? Wat zijn de beste oplossingen voor verschillende soorten woningen? Voor nieuwbouw is het duidelijk: die huizen worden goed geïsoleerd opgeleverd, de zonnepanelen kunnen er direct op, de warmtepomp erin of aansluiten op een warmtenet en klaar. Maar hoe pakken we het beste bestaande woningen aan?

Om die vraag te beantwoorden ga ik eerst op onderzoek uit voor mijn eigen huis, een tussenwoning in een jaren negentig Vinex-wijk in het zuidwesten van Amsterdam. Kan mijn huis van het aardgas af, hoe doe je dat en, ook niet onbelangrijk, wat kost dat? Op mijn verzoek is ir. Huibert Spoorenberg van bouwkundig adviesbureau OFME bereid om langs te komen voor een analyse van mijn woning. Het is zijn dagelijks werk om advies te geven bij het verduurzamen van bestaande gebouwen en nieuwbouw.
 

Warmtenet

Mijn huis is een behoorlijk doorsnee rijtjeshuis met dubbelglas en geïsoleerde spouwmuren van baksteen. Standaard hebben de woningen in onze straat twee lagen, maar de vorige bewoner heeft er ongeveer vijftien jaar geleden een woonlaag bovenop laten zetten. In totaal heeft de woning nu een oppervlakte van 120 m2. Als mijn huis niet meer met aardgas mag worden verwarmd, dan zou een aansluiting op een warmtenet (zie de foto boven dit artikel) een optie zijn. Helaas ligt dat er niet in mijn wijk. Ik zit er trouwens maar net naast, zie ik op de website maps.amsterdam.nl. Volgens een kaartje op deze website zijn de flats in een wijk verderop wel aangesloten op een warmtenet.
 

Verwarmen en koelen

Dan maar een warmtepomp? Dit apparaat verplaatst warmte van de ene plek naar de andere, net als een koelkast. Bijkomend voordeel: een warmtepomp verwarmt niet alleen een huis in de winter, maar kan het – in de juiste uitvoering – ook koelen in de zomer.

De crux bij een warmtepomp is de lage watertemperatuur; het bekendste type levert water van 45 °C. Of mijn woning daarmee te verwarmen is, hangt helemaal af van de mate van isolatie. Spoorenberg is daar bij zijn analyse dan ook in het bijzonder op gefocust. De leeftijd van het huis is alvast goed nieuws. Het is opgeleverd in 1992. ‘In dat jaar was het Bouwbesluit al van kracht, dat een ondergrens stelt aan de isolatiewaarde van de woning. Het huis is dus redelijk goed geïsoleerd’, zegt Spoorenberg.
 

Deze illustratie laat een goed geïsoleerd huis zien zonder aardgasaansluiting. De bewoners koken elektrisch en het warme water voor douchen en de verwarming komt van een lucht-water-warmtepomp. Illustratie dwa.nl.


Kort douchen

De gemeente heeft ons huis energielabel B gegeven. Dat is terug te zien in het gasverbruik, dat ik heb opgezocht in de jaarlijkse afrekening van de energieleverancier. In 2018 verstookte ons gezin 571 m3 aardgas, waarvan pakweg zo’n 400 m3 voor het verwarmen van het huis. ‘Dat is veel lager dan je buren in de straat, die gemiddeld bijna het dubbele gebruiken’, zegt Spoorenberg die cijfers van de gemeente erop na heeft geslagen. We doen blijkbaar zuinig aan met gas, want het landelijk gemiddelde is volgens het NIBUD 1470 m3 per huishouden. We hebben een moderne hoogrendementsketel, douchen altijd kort en verwarmen in de winter alleen de huiskamer en de badkamer.

[….]
 

Jaren zestig-flat van E naar A++
Bij de grote opgave van het aardgasvrij maken van 1,5 miljoen woningen voor 2030 lopen woningbouwverenigingen in grote steden mee voorop. Flats van enkele verdiepingen uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw zijn relatief gemakkelijk aan te pakken. Te meer omdat ze vaak toch al toe waren aan renovatie.
Neem de flat aan de Hemsterhuisstraat in de Amsterdamse wijk Slotervaart, die woningcorporatie de Alliantie aanvankelijk wilde slopen. Totdat bleek dat renovatie tot energielabel B haalbaar was. Toen de gemeente Amsterdam in 2017 afspraken begon te maken met de woningcorporaties om in tien jaar tijd zo’n tienduizend woningen van het aardgas te halen, kwam deze flat daarvoor in aanmerking.
Het gebouw uit 1963 met 84 appartementen van gemiddeld 65 m2 groot werd helemaal gestript en gasloos gemaakt. Een deel van de vernieuwde woningen is opgeleverd en bouwvakkers leggen nu de laatste hand aan het gebouw. Op 1 maart 2020 moeten alle huurders, die tijdelijk ergens anders zijn ondergebracht, weer terug kunnen naar hun eigen woning. Koken doen de bewoners straks uiteraard niet meer op aardgas. De stroom voor hun elektrische kookplaat komt overdag deels van de zonnepanelen die op het dak van de flat liggen.
Verder werd, net als bij veel andere woningen, ook hier de eerste slag geslagen met betere isolatie. Alle kozijnen werden vervangen door nieuwe kunststof exemplaren met isolerend HR++-glas erin. ‘Tot onze teleurstelling bleek de buitenmuur enkelsteens, waardoor we geen spouwisolatie konden toepassen’, vertelt gebiedsontwikkelaar Frans de Roos van de Alliantie. Daarom kreeg de flat een isolerende schil aan de buitenkant, die is afgedekt met cement en steenstrips. Wie nu door de straat loopt, ziet geen verschil met gemetselde bakstenen (zie de foto onderin dit kader). Op de vraag hoe de woningen het best kunnen worden verwarmd, kwam het antwoord vanzelf. Vlakbij waren al scholen aangesloten op een warmtenet van energieleverancier Vattenfall. Het was relatief gemakkelijk om een extra buis te leggen naar de gerenoveerde flat van de Alliantie. Daar loopt warm water doorheen dat is opgewarmd met de hitte van het Afval Energie Bedrijf, de afvalverbranding van Amsterdam.
Al met al mag het resultaat er zijn. De woningen aan de Hemsterhuisstraat hadden voorheen een energielabel E, maar worden nu A++. Hoeveel dit scheelt in het energieverbruik is lastig om precies te voorspellen, maar de schatting is ongeveer de helft. De Alliantie gaat monitoren of de energiebesparing die ze verwacht, gemiddeld genomen ook wordt gehaald. ‘Mijn ervaring met verschillende verduurzamingsprojecten is dat mensen tevreden zijn over hun nieuwe energierekening’, zegt Jelle de Jong van de Alliantie.
En wat kost de hele operatie? De Jong schat zo’n 9 miljoen euro, ongeveer 100.000 euro per woning. Dat is ongeveer 15.000 euro meer dan als de woningen waren gerenoveerd met een nieuwe gasaansluiting. ‘De gemeente vraagt de corporaties om woningen gasloos te maken. Daar staan we achter, maar we hebben de gemeente wel gevraagd om mee te betalen. Anders sponsoren wij als corporaties de infrastructuur voor de particulieren die er later van profiteren’, zegt De Roos.


Meer lezen over de aardgastransitie?

Het volledige verhaal over de overgang van aardgas op andere warmtebronnen vind je in De Ingenieur van november 2019. Koop de digitale versie voor € 7,50, of neem - met een flinke korting van 25 % - een digitaal jaarabonnement van twaalf nummers voor € 69,-.


Openingsfoto Vattenfall / Jorrit Lousberg