Columnist Ianus Keller over de overeenkomst tussen industrieel ontwerpers en drugsdealers.

De manier waarop productontwerpers praten over mensen verandert steeds. In de jaren vijftig hadden we het over ‘de klant’ of ‘de consument’. Nu, in tijden van de sharing economy en participatory design, praten we over adaptors of co-creators. En toen ik Industrieel Ontwerpen studeerde, spraken we over ‘gebruikers’. De enige andere ­beroepsgroep die zo over zijn clientèle spreekt, zijn de drugsdealers. En ja, ook ik heb enigszins obsessief de drang om het nieuwste van het nieuwste te willen hebben.

Op een floppy disk kwam de typograaf het lettertype na betaling zelf op de fiets in Amsterdam afleveren

Het liefst haal ik mijn producten onversneden en rechtstreeks bij de ontwerper. Mijn eerste rechtstreekse aankoop was nog van voor het internettijdperk. Via telefoon en fax bestelde ik een lettertype van de Nederlandse typograaf Gerard Unger. Op een floppy disk kwam hij dat na betaling zelf op de fiets in Amsterdam afleveren. Bij echte producten was ik echter nog aangewezen op tussenhandelaren als Radio Modern en de MediaMarkt, later ingehaald door online leveranciers als Amazon, Coolblue, Bol.com.

Nu is mijn favoriete dealer op internet Kickstarter, waar makers direct om geld kunnen vragen voor de realisatie van hun ideeën. Het startte met de campagne van de Glif, een kunststof houdertje waarmee je eenvoudig je smartphone kon ­bevestigen aan een statief of schuin kon neerzetten op een tafel.

De twee ontwerpers, Dan Provost en Tom Gerhardt, veroorzaakten het begin van een revolutie. Ze hadden een stop-motionfilmpje laten maken waarin ­alle mogelijkheden van het kleine hebbeding ontzettend vlot werden uitgelegd. Daarna kwamen ze zelf in beeld om vol trots hun vreemde plan wereldkundig te maken. In plaats van de 10.000 dollar die ze nodig hadden, haalden ze in een maand 70.000 dollar op.

Ik verwacht tenminste dat de makers van een nieuw product zich even aan me voorstellen.

Als tegenprestatie voor mijn ingelegde bedrag kreeg ik niet alleen het uiteindelijke product, maar ook een 3D-geprint proto­type. Het ontwerp hadden ze gemaakt met een proefversie van het softwarepakket Rhino. Dat werd vervolgens geprint door Shapeways in Eindhoven.

Helaas moesten de 3D-prints nog even langs New York, waar Dan en Tom zeshonderd prototypes een bronzen schroefdraad gaven en in een zakje met persoonlijke boodschap naar de ­backers stuurden. Gelukkig maakten ze daar weer een stop-motionfilmpje van – vastgelegd met een smartphone in een Glif.

Sindsdien moeten de bedenkers van een echt nieuw product eerst in een filmpje aan me uitleggen wat het belooft te veranderen in mijn dagelijkse leven voordat ik het wil kopen. Verder verwacht ik tenminste dat de makers zich even aan me voorstellen.

Wel worden die filmpjes steeds mooier en daarmee steeds minder authentiek. Daarom haal ik mijn spullen de laatste tijd liever nog dichter bij de bron. Op sites als AliExpress krijg ik een directe inkijk in de productie in ­China. Als je het kunt verzinnen en omschrijven, kun je het daar ­direct bij de producent bestellen. Onversneden!

Dr.ir. Ianus Keller doceert aan de TU Delft en werkt als onderzoeker en ontwerper bij For Inspiration Only.