De rotsbodem in de Gale-krater op Mars blijkt poreuzer dan was verwacht. Daar zijn Amerikaanse onderzoekers op een slimme manier achtergekomen.

Door handig gebruik te maken van de versnellingsmeters en gyroscopen aan boord van de Marsrover Curosity, kon een team van onder meer de Arizona State University de precieze dichtheid van de onderste lagen van Mount Sharp vaststellen. Ze publiceerden hun bevindingen vrijdag in het wetenschappelijke tijdschrift Science.
 

Smartphone

Versnellingsmeters en gyroscopen zitten in elke smartphone om de beweging en de oriëntatie te meten, maar die aan boord van de Curiosity zijn een stuk preciezer. De missieleiding gebruikt ze om het voertuig over het Marsoppervlak te kunnen sturen. Maar als de rover stilstaat, verzamelen de meters data over de zwaartekracht op exact die plek van het Marsoppervlak waar hij zich bevindt. Hoewel het om minuscule verschillen in zwaartekracht gaat, zijn er toch interessante conclusies aan te verbinden. Zo zijn de instrumenten dus als gravimeters te gebruiken.

Een van de teamleden, student Travis Gabriel van ASU's School of Earth and Space Exploration, had op basis van mineralogisch en chemisch onderzoek berekend dat de dichtheid van de grondlagen onder Mount Sharp rond de 2810 kilogram per kubieke meter zou bedragen. 'Maar dat bleek veel minder te zijn: slechts 1680 kilo', zegt hij in een persbericht. Dat duidt erop dat de bodemlagen poreus zijn en dus niet zijn samengeperst. En daarmee lijkt een van de raadsels rond de planeet Mars ineens opgelost.
 

De in totaal 18 kilometer lange route (blauwe lijn, begin rechtsboven) die Curiosity tussen 2012 en 2017 aflegde. Voor navigatiedoeleinden legden de versnellingsmeters van de rover data vast die onderzoekers nu kunnen gebruiken om de zwaartekracht op meer dan zevenhonderd punten langs de route te bepalen. 

Curiosity rijdt sinds augustus 2012 rond door de 150 kilometer brede Gale-krater. De onderzoekers gebruikten de zwaartekrachtdata die hij in de periode 2012-2017 had verzameld op in totaal zevenhonderd punten rond Mount Sharp, die in het hart van de krater ligt. Naarmate de rover dichterbij de berg kwam en voorzichtig begon te klimmen, oefende ook die zijn zwaartekracht op de rover uit, maar die bleek veel minder dan verwacht.

'De lagere flanken van Mount Sharp zijn verbazingwekkend poreus', concludeert hoofdonderzoeker Kevin Lewis van Johns Hopkins University. 'We weten dat die onderste lagen van de berg in de loop der tijd begraven zijn geraakt onder ander gesteente. Daardoor zouden ze compacter moeten zijn. Maar dat blijkt nauwelijks het geval te zijn.'
 

Mount Sharp

Mount Sharp is al langer onderwerp van discussie. Was de rest van de het kratergebied ooit net zo hoog maar is de aarde daar weggeërodeerd, of is de berg ter plaatse ontstaan omdat vuil en stof midden in de krater bleven liggen? 
 

Hoe hoger Curiosity zich op de flank van Mount Sharp bevindt, des te verder de rover is verwijderd van het middelpunt van de planeet, waardoor de zwaartekracht enigszins zwakker wordt. De data van de versnellingsmeter (grijs) wijzen echter uit dat die verzwakking gering is. 

De nieuwe data wijzen uit dat het laatste het geval is. Als de krater ooit tot de rand met aarde was gevuld, had de bodem als gevolg van het gewicht veel compacter moeten zijn. 'Hiermee is een belangrijk stukje van de puzzel gelegd', zegt Ashwin Vasavada van het Jet Propulsion Laboratory van NASA in Pasadena (Californië), dat de missie van Curiosity leidt.  'Geweldig dat creatieve ingenieurs en wetenschappers steeds weer innovatieve manieren vinden om ontdekkingen te doen met de rover.'

Intussen zoekt NASA nog steeds contact met Opportunity. Die rover, een voorloper van Curiosity, landde vijftien jaar geleden op Mars, maar sinds hij afgelopen zomer in een felle storm belandde, is het contact verloren. De afgelopen maanden heeft NASA meer dan zevenhonderd pogingen gedaan om de verbinding te herstellen, maar zonder resultaat. De nieuwe commando's moeten ertoe leiden dat de Opportunity overschakelt op een reserveradioverbinding. 

Beeld: NASA