De zoutdam die bij IJmuiden moet voorkomen dat het Noordzeekanaal te sterk verzilt, kan problemen in het gemalensysteem veroorzaken. De zakdeur voorkomt dit nu tijdelijk. 

Soms creëert de oplossing voor een probleem onmiddellijk een nieuwe uitdaging. Bij de zeesluis in IJmuiden is dat mechanisme nu gaande. Deze sluis leidt schepen vanaf de Noordzee het Noordzeekanaal in, zodat ze kunnen doorvaren naar de haven van Amsterdam.

Heel veel zout

Begin 2022 werd de nieuwe zeesluis – die na een spannende namenwedstrijd waar iedereen aan mee mocht doen uiteindelijk ‘Zeesluis IJmuiden’ werd genoemd – door de koning in gebruik gesteld.

Met zijn lengte van vijfhonderd meter, breedte van zeventig meter en diepte van achttien meter was het de grootste sluis ter wereld. Laat de mammoettankers van de toekomst maar komen!

 

Met elk schip dat door de sluis komt, gaat echter ook een enorme sloot zout water mee het Noordzeekanaal in. Het gaat om tienduizend ton zout per keer, twee keer zoveel als bij de Noordersluis waar de schepen voorheen door moesten. Dit leidt tot verzilting, met schade voor de natuur, de landbouw en de drinkwatervoorziening.

Zoutdam

Rijkswaterstaat kwam met een oplossing: de zoutdam. Deze slim bedachte constructie bestaat uit een spui- en gemalencomplex dat het overtollige water terugpompt naar zee, en een schot dat tot pakweg zeven meter boven de bodem in het water steekt. Aangezien zout water zwaarder is dan zoet water, kan zout water onder het schot door stromen en wordt zoet water tegengehouden. Door het water hier eerst doorheen te laten stromen en dan pas te lozen op zee, pompt de zoutdam bovengemiddeld zout water terug en neemt de verzilting van het Noordzeekanaal af.

(Zie onderstaande figuren, uit een infographic van Ymke Pas, uit De Ingenieur van juli 2023).

Laag water

Maar nu is er een nieuw probleem opgedoken. Het zwaardere, zoute water leidt tot een lager waterpeil. Dat effect blijkt groter te zijn dan waar Rijkswaterstaat rekening mee had gehouden. Zo groot zelfs, dat het lage waterpeil schade aan de pompen kan veroorzaken – door trillingen en cavitatie (een te lage druk in het te verpompen medium, omdat de pompen deels droog komen te liggen). 

Nadat Rijkswaterstaat dit had vastgesteld, is kennisinstituut Deltares gevraagd om onderzoek te doen naar de oorzaken en mogelijke oplossingen. Begin dit jaar kwam het rapport hierover uit. 

Voorlopige oplossing

Vooralsnog is de oplossing om de ‘zakdeur’ die in de zoutdam zit, wijder open te zetten. Dan komt er weer meer zoet water met het diepe zoute water mee, en zal het waterpeil weer stijgen.

 Deltares adviseert zelfs om de zakdeur in eerste instantie helemaal open te zetten, en pas daarna  met kleine stapjes uit te proberen welke stand goed werkt onder  welke omstandigheden. Dit om te voorkomen dat de pompen – die effect hebben op een groot deel van het waterbeheer in Nederland – het begeven. Het gevolg is wel dat er meer verzilting optreedt, waardoor wellicht het aantal schuttingen ( het aantal malen dat er schepen door de sluis mogen) omlaag moet. Schepen kunnen dan alsnog door de Noordersluis gaan. Een andere oplossing van Deltares is minder hard pompen, maar ook dan neemt het effect van de zoutdam af. 

Definitief

De definitieve oplossing ligt echter in het spui- en gemalencomplex zelf. Als de pomp hiervan lager wordt geplaatst en zich weer in zijn geheel onder water bevindt, is het probleem verholpen. Deze werkzaamheden zijn gepland voor 2028, melden de NOS en NHNieuws in een gezamenlijk nieuwsbericht.

Nog een geluk dat de Zeesluis IJmuiden vooral gericht is op de grote schepen van de toekomst, en die van nu grotendeels nog door de Noordersluis kunnen… Vooralsnog zal deze laatste weer worden ingezet, om schepen zonder al te veel extra zout het Noordzeekanaal in te laten.

Openingsbeeld: Depositphotos