De eerste tweehonderd meter zweefden we alsof we Aladin en Yasmine waren op hun vliegend tapijt. De volgende honderd meter zaten we in een boerenkar met houten wielen die over een landweggetje van zwerfkeien hotste en botste. ‘Wat is dat?’, zei mijn geliefde. Ik draaide de auto een stukje weg op dat naar een weiland voerde. ‘De luchtvering is er mee opgehouden’, zei ik. Of dat erg was. Ik onderdrukte hoongelach.

Lang geleden bezat ik een Landrover, een Discovery 2, en omdat ik af en toe nog van die auto droom, zoek ik nu, drie Volvo’s verder, naar een opvolger. Ik heb inmiddels met een aantal Landrovers een proefrit gemaakt en als het niet de luchtvering was, dan mankeerde er wel iets anders aan. Het is een fantastische wagen, maar zoals alles op vier wielen dat uit het Verenigd Koninkrijk komt, is het met de betrouwbaarheid slecht gesteld. Of, zoals een deskundige van de Britse Landrover Owners Club het omschreef: ‘Als je paniekerig wordt van waarschuwingslampjes is de Discovery niets voor jou.’

Zo kun je er ook naar kijken.

Ondertussen stonden we half in een weiland terwijl ik zonder resultaat probeerde de luchtvering te resetten. Een paar koeien keken in onze richting. Misschien hadden ze meer gestrande Landrovers gezien.

‘Hoe kan dat nou, dat hij het niet doet?’ vroeg mijn geliefde. ‘Hij doet het wel’, zei ik. ‘Alleen de luchtvering…’

Ik merkte dat ik al in excuusmodus was geraakt. Sommige hondenbezitters hebben dat ook. Komt zo’n beest blaffend en grauwend op je af, schuimslierten rond de bek, en dan roepen zij dat-ie niets doet. En als je je dan omdraait om weg te gaan en die hond bijt je in je broekspijp, zeggen ze dat je dat niet moet doen omdat hij dan denkt dat je vlucht.

De luchtvering van Landrovers is een elegante oplossing voor iets wat geen probleem is. De meeste wagens van dat soort komen zelden in windstreken waar zoiets nodig is. Maar het hoort nu eenmaal bij het imago van de auto en dus zit het er op en tien tegen een dat het kleine compressortje dat vier balgen in de ophanging oppompt het op een dag opgeeft. Het is ook niet makkelijk (excuusmodus aan) om tweeëneenhalve ton auto op te tillen.

De luchtvering van Landrovers is een elegante oplossing voor iets wat geen probleem is

Ik denk dat ik zo’n overdaad aan automobiliteit wil hebben vanwege een jeugdtrauma. Mijn vader wilde de zondagsrust nogal eens ontvluchten met het excuus dat de hond (een piepklein poedeltje) eens flink moest rennen. Ik werd dan altijd meegestuurd door mijn moeder, want die wist ook wel hoe laat het was. De hond was een excuus om diep de Drentse bossen in te trekken, slippend en glibberend over tot blubber gereden bospaden, waar je trouwens helemaal niet mocht komen, maar waar wij toch overheen reden omdat mijn vader beschikte  over een zeldzaam soort selectieve blindheid voor verbodsborden.

Tijdens een van die tochten – het was koud, het regende, ik sjokte moedeloos achter mijn vader aan die de ontdekkingsreiziger in zichzelf aan het vieren was – kwamen we eindelijk weer bij de auto. Ik liet me met een zucht neerzakken in de bijrijdersstoel, de hond zat op de vloer naar natte hond te stinken en toen mijn vader de wagen startte, kwamen we ongeveer drie meter vooruit en daarna zaten we muurvast. Ik verliet de wagen weer – het regende nu iets harder – en zette mijn handen op de kofferbak. Toen ik ‘gas!’ riep deed mijn vader dat en werd ik tijdelijk aan het zicht onttrokken door een enorme modderfontein. Ik liep naar het bestuurdersportier en tikte op de ruit. Mijn vader wierp een korte  blik op mij.

‘We moeten iets onder de wielen leggen’, zei hij.

‘Ik bied me aan’, zei ik. ‘Erger kan het niet worden.’

Het duurde een uur voor we uit het bos geraakten. We kwamen los, zaten weer vast, ik kreeg nog een modderbad, we kwamen los, enzovoort.

Toen we thuiskwamen weigerde mijn moeder om mij binnen te laten. Ik moest achterom lopen en mijn kleren in de keuken uittrekken.

‘Jullie zijn getikt’, zei mijn moeder, toen ze de hoop modder die ooit mijn kleding was in ontvangst nam.

 Mijn moeder is inmiddels dood, mijn vader loopt met behulp van een stok, en ik ga een Landrover kopen.


Auteur Marcel Möring is romanschrijver.
Foto: Harry Cock