Een elektrische wagen van studenten van de TU Eindhoven en Fontys Hogeschool heeft dit weekend een record gereden tijdens een race bij het Belgische Zolder. Uiteindelijk wil het InMotion-team de 24-uurs race van Le Mans uitrijden met een elektrische auto.

Het was de tweede keer dat InMotion een record wist te behalen. In 1:42.614 voltooide de wagen het ongeveer 4 km lange circuit van Zolder. Een maand eerder haalde het team op Zandvoort een rondetijd van 1:48.371. Zandvoort was al een mijlpaal voor InMotion, maar het team wilde meer; de prestatie bij Zolder laat zien dat het geen toeval was dat hun wagen zo succesvol is. 
 


Toch zijn deze rondetijden pas het begin voor de Eindhovenaren. Ze willen nu binnen twee jaar de techniek van deze racewagen gebruiken voor het bouwen van een sportmodel, speciaal bedoeld voor races zoals Le Mans. Daarmee moeten ze vervolgens het record op de Nürburgring, een berucht testcircuit voor auto’s, uit 1983 mee verbeteren. Als dat lukt is het tijd voor Le Mans: 24 uur lang rondrijden, en dat allemaal op elektriciteit. Voor dat zover is hopen ze echter nog vele andere elektrische records neer te zetten op verschillende circuits in de wereld.

Hoe een elektrische wagen Le Mans precies gaat voltooien, gezien de beperkte batterijcapaciteit voor (race)auto’s, wordt nu de grote vraag. De studenten hebben nu in ieder geval laten zien dat ze heel hard kunnen gaan. De IM01 waarmee ze op Zandvoort en Zolder reden heeft hen al veel geleerd over aerodynamica, vering en andere onderdelen die de auto sneller of efficiënter maken. De auto lijkt in aandrijving ook niet op de elektrische wagens die op de weg rondrijden. Elk wiel word direct door een elektromotor aangedreven. Daardoor gaat er minder energie verloren bij de overgang van elektriciteit naar rotatie van de wielen. 
 


De studenten doen al het werk zelf, wat hun prestatie alleen maar indrukwekkender maakt. Of de lessen die ze leren van de eerste versie van hun wagen genoeg zijn om de harde race van Le Mans te voltooien, zal nog moeten blijken.
 

Foto: Arthur van der Werf