Australische onderzoekers hebben een implantaat ontwikkeld met de potentie om op termijn blinden weer gezichtsvermogen te geven. Na tien jaar onderzoek gaan ze het instrument nu voor het eerst bij mensen testen. 

Het draadloze, elektronische implantaat dat de onderzoekers van Monash University’s Cortical Frontiers hebben ontwikkeld, moet worden bevestigd op verschillende plekken op het oppervlakte van het brein. Daar nemen ze vervolgens de taak over van zenuwcellen, die bij blinden vaak beschadigd zijn.


Camera

Het systeem behelst ook een camera, die de vorm heeft van een bril en aan een hoofdband is bevestigd. Via een draadloze verbinding stuurt deze camera de beelden naar een beeldprocessor, die het formaat heeft van een smartphone.

Daar worden de binnengekomen beelden verwerkt. De meest waardevolle visuele informatie wordt vervolgens doorgestuurd naar de implantaten, die de vorm hebben van een tegeltje van negen bij negen millimeter.

De ontwikkelde implantaten.


Pulsjes

Elk van die tegels zit vol elektroden die de informatie omzetten in elektrische pulsjes, die vervolgens via micro-elektroden (zo dun zijn als een menselijke haar) de visuele cortex stimuleren - het deel van het brein dat betrokken is bij visuele waarneming.

'Ons ontwerp schept een visueel patroon uit combinaties van 172 lichtvlekken die aan individuen informatie geven waarmee zij zowel binnen als buiten kunnen navigeren en ze de aanwezigheid van mensen en objecten om hen heen kunnen herkennen', zegt de betrokken hoogleraar Arthur Lowery in een persbericht dat de universiteit eerder deze maand verstuurde.

Of de methode alle blinden zou helpen, of alleen mensen die op latere leeftijd hun gezichtsvermogen zijn verloren, is niet duidelijk.


Schapen

De groep van Lowery is al tien jaar bezig met het onderzoek. Recent rondde ze een succesvolle proef af op schapen. Tien schapen liepen tot negen maanden lang rond met het implantaat, zonder enige negatieve bijeffecten. 

'De studie toont aan dat langdurige stimulatie via een draadloos systeem niet tot weefselschade hoeft te leiden, noch tot ongewenste gedragsproblemen of beroerten', stelt hoogleraar Jeffrey Rosenfeld, die de proef leidde.

De onderzoekers benadrukken wel dat het nog jaren zal duren eer de techniek daadwerkelijk kan worden ingezet, ook als de eerste klinische proeven succesvol verlopen.
 

Foto's: Monash University