Als ingenieur had Gustave Eiffel voor alles een oplossing. Alleen in de liefde schoten zijn verbeelding, inzicht en denkkracht soms tekort, laat de indrukwekkende speelfilm Eiffel zien. De release is vanwege corona herhaaldelijk uitgesteld, maar volgende week is de voorpremière. 

In een duister atelier zit een ingenieur geconcentreerd te schetsen. Lijn voor lijn verschijnen er vier poten op papier, die samenvloeien en als één lijn naar de hemel reiken. In zijn verbeelding kan de ontwerper de triomf van de voltooiing al bijna proeven. 

Weinig ingenieurs zijn zo beroemd als Gustave Eiffel (1932-1923), geen bouwwerk is zo iconisch als de Parijse Eiffeltoren. Een grootse speelfilm over de toren en zijn naamgever was er echter nog niet. De nieuwe Franse productie Eiffel maakt die omissie glansrijk goed.

‘We gaan met elkaar een droom bouwen’, spreekt Eiffel zijn personeel toe op de schitterend nagemaakte bouwplaats. De film draait om het realiseren van die droom, of in de woorden van de critici het bouwen van een ‘lantaarnpaal van de schande’. Regisseur Martin Bourboulon heeft er een (goeddeels fictief) liefdesverhaal van gemaakt dat dankzij het overtuigende acteerwerk weet te ontroeren.  



Driehonderd meter hoog

Aanvankelijk ziet Eiffel, gespeeld door Romain Duris en zelf de zoon van een bouwkundig architect,  zo’n toren helemaal niet zitten. Twee van zijn medewerkers hebben een ontwerp gemaakt, maar de ‘staaltovenaar’ zelf – die naam kreeg hij vanwege de bruggen die hij ontwierp voor Indochina en het skelet van het Vrijheidsbeeld in New York – steekt zijn energie liever in het ontwerpen van een metronetwerk. 

Maar wanneer Eiffel in contact komt met zijn oude liefde Adrienne Bourgès (Emma Mackey, bekend van de populaire Netflix-serie Sex Education) en zij hem uitdaagt om stoutmoediger te denken, verandert dat. Hij koopt zijn medewerkers uit en verfijnt hun ontwerp: driehonderd meter hoog moet de toren worden, ruim honderd meter hoger dan het hoogste bouwwerk op dat moment.


Bestand tegen storm en bliksem

Als de hoge heren langskomen op zijn werkplaats, weet hij ze te imponeren met een groot schaalmodel dat bestand is tegen zowel bliksem als zware storm. ‘Door de open structuur absorbeert de toren de kracht van de wind’, roept hij boven het gesimuleerde natuurgeweld heen. Geen zin die je vaak in speelfilms hoort. 

De filmmakers nemen alle tijd voor de techniek en brengen die prachtig in beeld. Iets dat zo mooi is, kan niet stabiel zijn, is een van de argumenten van de critici van de torenplannen.


Hydraulische krik, zuigersystemen en luchtcaissons

Geduldig legt Eiffel uit hoe hij het gaat doen, met een hydraulische krik, zuigersystemen, dwarsbalken en luchtcaissons. ‘U heeft voor alles een oplossing’, schamperen ze. ‘Ik wantrouw verrassingen’, pareert Eiffel. 

De spanningsboog van de film moet het niet hebben van de vraag of het Eiffel wel of niet lukt die twijfelaars te overreden – de toren staat er immers al 130 jaar in volle glorie.

Maar worden Gustave en Adrienne nu wel of niet het eerste verliefde stelletje onder het stalen icoon van de stad van de liefde?  

 

EIFFEL 
108 minuten |  14 september voorpremière in het hele land, vanaf 28 oktober in de bioscoop

 
Foto: Antonin Menichetti